PEARL HARBOR HUILT NOG ALTIJD



Zeventig jaar geleden kleurde de glinsterende baai van Pearl Harbor dagenlang zwart, toen Amerika in eigen land getroffen werd door bombardementen van de Japanse luchtmacht. Overlevenden blikken terug.

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
HONOLULU (GPD) – Toen Sterling Cale, een matroos van nog geen twintig, op zondagochtend 7 december 1941 zijn dienst bij de marine-apotheek afrondde en tientallen vliegtuigen boven Pearl Harbor zag, gingen bij hem geen alarmbellen rinkelen. Het is weer een oefening, dacht Cale. Die hadden ze in de periode na het begin van de Tweede Wereldoorlog in Europa zeker eens per maand. Amerika was bang voor een aanslag op de vloot in de Stille Oceaan.
,,Maar toen dacht ik: wacht eens, het is zondag. Een oefening op een zondag, dat is raar.” Op het moment dat Cale dat besefte, zag hij een grote rode cirkel – de Japanse rijzende zon – op de zijkant van het vliegtuig. De Japanse vliegtuigen vlogen zó laag dat hij zelfs de bruine leren helmen kon ziet. Dit was géén oefening.
Cale bedacht zich geen moment, brak in in het wapendepot en deelde Springfield-geweren en munitie uit aan iedereen die dat wilde. ,,We begonnen als een gek te schieten op alles wat boven onze hoofden bewoog. Ik geloof niet dat iemand iets geraakt heeft, daar waren de wapens niet geschikt voor. Maar we deden tenminste iets.”
Cale zag hoe de USS Virginia en de USS Oklahoma werden geraakt door bommen en torpedo’s. En toen volgde de grote klap: bommen die neerkwamen op USS Arizona brachten de 1000 ton ammunitie aan boord tot ontploffing. Een klap die iedereen die tijdens de aanslag in de buurt van Honolulu was nooit meer zou vergeten. In een bliksemaanval die nog geen twee uur duurde, verwoestte Japan 21 schepen en 170 vliegtuigen. 2402 Amerikanen waren dood, nog eens 1400 raakten gewond.
,,In mijn shorts en T-shirt ben ik het water ingesprongen”, zegt Cale. Een foto uit begin jaren veertig toont Cale als een iel mannetje in een smetteloos wit matrozenpak. Toch had hij de energie om de volgende vier uur in het water van Pearl Harbor door te brengen. Het iele mannetje bracht 46 mannen aan land; hij moest ervoor onder brandend water door zwemmen. De meeste waren dood, anderen gewond en zwaar verbrand. Een handjevol was zo beduusd dat ze zichzelf niet meer in veiligheid konden brengen.
,,Na die vier uur was ik moe. Ik liep naar mijn meerdere en zei dat ik naar huis ging om te slapen.” Cale zwaait met zijn nog altijd magere hand, zoals hij dat zeventig jaar geleden ook deed. ,,Maar mijn officier zei ‘nee, je wordt voor de krijgsraad gebracht omdat je hebt ingebroken in het wapendepot’.”
Cale is nu bijna 90 en kan met gevoel voor humor navertellen dat die schokkende mededeling later met een sisser is afgelopen. ,,Ik kreeg als beloning voor mijn moed een pakje sigaretten. Denk dat de marine me aan het roken wilde hebben.”
Na de aanslag verruilde Cale de marine-apotheek voor een ander baantje: hij moest lichamen uit de gezonken USS Arizona bergen. Wat hij in de boeg van het zwaarst getroffen slagschip aantrof, was verschrikkelijk. Cale vertelt het uit herinnering; de dagboeken die hij van die tijd bijhield zijn door de marine in beslag genomen en vernietigd. ,,Verkoolde lijken die waren versmolten met de trap, ik denk dat ze probeerden weg te komen. Lichamen die door de kracht van de explosie in stukjes uiteen waren gevallen of geen hoofd meer hadden. Hoopjes as. Lijken waar de vissen al van hadden gesnoept.”
De marineleiding besefte na zes weken dat de berging onbegonnen werk was. Besloten werd de USS Arizona het zeemansgraf te laten voor de 1177 omgekomen matrozen die er nog in zaten, waaronder 15 vaders en zonen en 23 broers. En daar liggen ze nog altijd, op een paar meter onder water. Vanuit de lucht zijn de contouren van het slagschip nog zichtbaar. Haaks erop staat het witte monument dat in 1962 voor de slachtoffers werd opgericht. Rond het Arizona Memorial heeft het water alle kleuren van de regenboog. Iedere dag komt een klein beetje olie aan de oppervlakte; het fenomeen wordt ‘tranen van de doden’ genoemd.
Cale ging van de marine naar de landmacht en diende in Korea en Vietnam, langer dan welke Amerikaan dan ook. Toen hij in 1974 terugkeerde naar Hawaii, waar zijn vrouw vandaan komt, ging hij voor het eerst naar het monument om zijn medeleven te betuigen. ,,Ik zag daar al die namen op die witte marmeren plaat en besefte toen pas hoeveel mensen waren omgekomen. En hoe weinig ik er maar uit heb weten te krijgen. Toen ging ik er even op de grond zitten en liet ik een paar tranen. Dat was het.”
Op de kade, bij het Pearl Harbor-bezoekerscentrum kijkt Sterling Cale ongeveer drie keer per week naar het water waar hij zeventig jaar geleden tientallen doden uit haalde. Het doet hem niks meer. ,,Werkelijk niet. Ik heb het verhaal honderden keren verteld, ik heb het verwerkt.”
Samen met andere overlevenden is hij sommige ochtenden bij het bezoekerscentrum aanwezig, herkenbaar aan een groen gekleurd Aloha-shirt en een militaire veldmuts waarop met zwart garen ‘Pearl Harbor Survivors’ is geborduurd. Ze hebben er hun militaire onderscheidingen op gespeld. Soms spreken ze via een videoverbinding met scholieren uit heel Amerika, maar meestal zitten ze achter een tafel, als filmsterren, en delen handtekeningen uit. Ze delen A4-tjes met hun levensverhaal uit, met reumatoïde handen dragen ze het op aan degene die er om vraagt. Voor Sue uit Michigan, voor Bill uit Californië of voor de vader van Barbara uit Texas. Bezoekers drukken een breekbare hand en spreken dank uit voor hun inzet voor de VS. Achter hen staan een wandelstok, een looprek en een scootmobiel. De heren zijn oud, met ogen die staar verraden en een huid bedekt met levervlekken. Maar de tijd heeft niet alle overlevenden ongevoelig gemaakt voor de tafereel dat zich zeventig jaar geleden afspeelde.
Herb Weatherwax (94) krijgt nog altijd tranen in zijn ogen als zijn ogen richting de USS Arizona kijken. ,,Zelfs al zou ik het willen, ik kan het niet vergeten. Voor mij is het alsof het gisteren is gebeurd. Al die jonge mannen… In één klap dood. En destijds besefte ik niet eens om hoeveel mannen het ging.” Op 7 december 1941 zat Weatherwax in het leger. Hij was thuis en stond klaar om naar de kerk te staan toen hij de Japanse vliegtuigen zag. Naar de kerk ging hij die dag niet meer. Net zoals Bob Kinzler (91) die dag zijn ontbijt nooit heeft opgegeten. In plaats van eieren met spek stonden dikke, zwarte rook en oranje vlammen op het menu.
Beide kregen het bevel direct naar Schofield Barracks te gaan, waar ze gelegerd waren. Onderweg kwamen ze langs Pearl Harbor. De anders zo glinsterende baai zag zwart van de rook met in het midden de USS Arizona verzwolgen in vlammen. In de door militaire wetten ingestelde verduistering die op de aanslag volgde, was de brandende Arizona het enige dat vier dagen lang licht bleef geven.
Kinzler en Weatherwax herinneren zich de angst en verwarring na de aanslag. ,,We vreesden dat de Jappen terug zouden komen. Maar dat deden ze niet”, zegt Kinzler. Weatherwax herinnert zich dat zijn collega’s van Japanse afkomst, een derde van zijn eenheid, plots verdwenen. ,,Zelfs als je een Japans klinkende naam had, was je weg. Zo ging dat toen.” Voor Weatherwax is Pearl Harbor de locatie van dubbele tragedie. Zijn vader kwam in 1917 bij een explosie in de droogdok bij Pearl Harbor om te leven. Toch keerden hij en meerdere overlevenden terug naar de eilandstaat, na korte of langere perioden elders in de VS te hebben gewoond. Het is alsof Pearl Harbor een onzichtbare aantrekkingskracht uitoefent.
Kinzler noemt het belangrijk om het verhaal te vertellen aan andere generaties. ,,Geschiedenis is belangrijk.” Daarom draagt hij al 26 jaar, drie keer per week, zijn levensverhaal op aan de man of vrouw die voor hem staat en maakt een praatje. ,,Als ik geld had gekregen voor iedere ‘Jim’, was ik rijk geweest”, grapt hij tegen de zoveelste Jim van deze ochtend.
Sterling Cale is zakelijker. Voor hij rond 11 uur vertrekt – de ochtend trekt een zware wissel op de senioren, ze snakken dan naar een middagdutje – zegt hij wat volgens hem de belangrijkste les is van Pearl Harbor. ,,Wees voorbereid”, zegt hij het motto van de scouting na. ,,Dan gebeurt zoiets nooit meer.”

KADER 1:
Verrassingsaanval?
Hoe Japan er in slaagde een verrassingsaanval uit te voeren op de gehele Amerikaanse vloot in de Stille Oceaan, is nog altijd een raadsel. De Amerikanen, die zich tot dan toe afzijdig hielden van de Tweede Wereldoorlog, waren zich ervan bewust dat Pearl Harbor een mogelijk doelwit kon zijn. Op een berg aan de noordkust van het eiland Oahu waren eind november, rond Thanksgiving, radars geïnstalleerd. De mannen die de beelden bekeken, hadden nauwelijks training gehad. Toch zagen ze de ochtend van 7 december puntjes op hun scherm. Gealarmeerd belden ze dat door naar Pearl Harbor, maar daar werd gezegd dat het om de eigen B-17 vliegtuigen ging, die terugkwamen uit Californië. Een cruciale fout. Maar waarom waren alle vliegtuigen zo open en bloot opgesteld en waren ze allemaal volgetankt? Daardoor hadden Japanse bommen maximale impact. Na de aanval gingen geruchten dat president Franklin D. Roosevelt, die almaar beweerde dat het om een ‘niet geprovoceerde’ aanval ging, de aanval misschien wel had uitgelokt. Zo had hij immers een goed excuus om zich in de Europese oorlog te mengen. Na de oorlog ontpopte de VS zich tot onbetwiste supermacht, zowel militair als economisch.

KADER 2:
Bijgezet in de USS Arizona
De militairen die de aanval op de USS Arizona overleefden, of die ten tijde van het bombardement niet aan boord waren, kunnen na het overlijden bijgezet worden in het slagschip. Tot nu toe hebben 33 mannen van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Tijdens een plechtige ceremonie brengen duikers een urn met as naar een opening in de USS Arizona, om die vervolgens naar binnen te laten glijden. Op 7 december van dit jaar, als wordt stilgestaan bij de 70-jarige herdenking van de aanslagen, zal Vernon Olsen, worden bijgezet. Hij overleed in april op 91-jarige leeftijd. Van de mannen die de aanslag op de USS Arizona overleefden, zijn er nog ongeveer twintig in leven. Te weinig voor de vereniging van Arizona-overlevenden, die zich in december opheft.