Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 1 juni 2011
IN JOPLIN STAAT EEN WEEK NA DE TORNADO DE KOELKAST NOG OPEN
(Door Hanneke Keultjes)
JOPLIN – Gary Youngblood zit op het betonnen trapje dat een week geleden nog naar de veranda van zijn huis aan 2416 South Wall Avenue in Joplin leidde. Van onder zijn dikke brillenglazen biggelen tranen. Maar ze zijn van geluk. Zojuist hebben vrijwilligers in de puinhopen de foto’s van zijn overleden ouders gevonden. ,,Dat was het enige wat ik nog van ze heb.”
Gary (64) overleefde de tornado van 22 mei – de dodelijkste ooit in de Verenigde Staten – door met zijn vrouw Shirley (61) in de enige kamer te schuilen die nog overeind staat: de overloop naar de badkamer. Ze waren ervan overtuigd dat ze dood zouden gaan. Daarom klampten ze zich wanhopig aan elkaar vast, onderwijl voortdurend hardop biddend. Het dak waaide er als eerste af, deuren vlogen open, ramen sneuvelden, muren vielen om. Het duurde volgens de Youngbloods anderhalve minuut, maar het voelde als een eeuwigheid. ,,Het was alsof er een trein door ons huis denderde. Zo klonk het ook”, zegt Shirley, die nog het meest bezorgd was om haar hond en moeder. Beiden overleefden de tornado. Miss Daisy, een dikkige zwart-wit gevlekte hond, had een veilig heenkomen gevonden onder het bed. Nu lijkt het dier als enige niet onder de indruk van de aanblik van Joplin, een stadje in het zuidwesten van de staat Missouri.
Een week na de tornado hebben de Amerikaanse verslaggevers plaatsgemaakt voor vrijwilligers, Rode Kruismedewerkers, verzekeringsagenten, militairen en politieagenten van korpsen uit de wijde omtrek. De aanblik van de verwoesting – in alle richtingen en zover je kunt kijken – nog altijd hartverscheurend. Geen enkele foto, geen enkel filmpje doet recht aan de omvang. Het lijkt alsof de ravage is toegebracht door een boze maquettemaker, die zijn bouwwerk beurtelings met zijn hand kapot heeft gedrukt, weggeveegd en een handvol van zijn kartonnen huisjes, boompjes en autootjes als een grijparm heeft opgepakt, om elders weer neer te smakken.
Verzekeringsagent Jason McCaskell staat zich op de hoek van Wall Avenue en 25th Street te verbazen over een compleet verwoeste auto, die een halve kilometer van zijn oorspronkelijke parkeerplek is terechtgekomen. McCaskell is uit Colorado gekomen om in achttien fulltime, non-stop dagen de schade van alle bij Farmers Insurance Company verzekerde auto’s op te nemen. Als hij het wrak bekeken heeft, spuit hij er met grijze verf de naam van zijn verzekeringsmaatschappij op, als teken dat de wagen bekeken is en weggesleept kan worden. Even later schuurt de rode bumper over de straat.
Auto’s zijn met name een gretige prooi voor de krachtige wervelwinden. Zo stond de auto van Don Greenwood (74) die zondag geparkeerd in de straat. Nu staat de grijze Ford voor de ene helft in zijn voortuin en de andere helft op het erf van de buren. Maar de kleren van hem en zijn vrouw Glenda (75) liggen nog keurig opgevouwen in de kast. De rest is compleet verwoest. Terwijl ze op een afstand lichtflitsen steeds dichterbij zagen komen, veroorzaakt door elektriciteitskabels die door de kracht van de tornado knapten, schuilden Don en Glenda in de betonnen kelder. ,,Ik zou hier niet durven wonen zonder een kelder.”
In met bijbelteksten bedrukte T-shirts zoeken vrijwilligers van een kerk uit het piepkleine Pleasanton, Nebraska – twee staten verderop, negen uur rijden – in het puin naar kostbaarheden en herinneringen. Zo kreeg Don zijn gevlochten veelkleurige armbandjes terug, geschenken van bekeerlingen die hij kreeg toen hij in Brazilië als missionaris werkte. Dochter Becky, die vanuit Idaho naar Joplin is gevlogen om haar ouders bij te staan, komt met nog een verrassing uit de woning: een paar oorbellen, lichtblauwe roosjes. ,,De antieke sieraden van mama”, roept ze opgetogen. Glenda zal er gelukkig mee zijn, weet Don. Hij maakt zich ondertussen zorgen over de buurvrouw die in het huis op de hoek woonde. Zij hoort nog altijd bij de vermisten.
De zoekploegen zijn niet de enige vrijwilligers die Joplin nu op de been houden. Om het kwartier komen mensen vragen of er behoefte is aan water, frisdrank, een maaltijd, een snack. Dan is het een vrouw met een roodverbrand gezicht achterin een pick-up truck, dan een blonde jongen op een scooter. In de bermen staan her en der pakketten met flesjes water voor de dorstigen. Lerares Ashley Bertrand deelt cadeaubonnen van warenhuis Target uit, het resultaat van een inzamelingsactie op de middelbare school waar ze werkt in Blue Springs South. Docenten en leerlingen brachten in een paar dagen 2300 dollar bijeen.
Een vertegenwoordiger van vrijwilligersorganisatie AmeriCorps gaat huis aan huis om namen en telefoonnummers te noteren of een briefje achter te laten bij verwoeste woningen. Als er behoefte aan is, kan de organisatie mensen sturen die helpen met het puinruimen, afgeknapte bomen omzagen en alle andere dingen die bij tornadoschade komen kijken. ,,Onontbeerlijk voor mensen die géén verzekering hebben.” Ze heeft al veel meegemaakt, vertelt ze. In 2005 was ze aan het werk in het overheidsgebouw in Oklahoma City toen dat werd opgeblazen. In diezelfde stad maakte ze een tornado mee. ,,Maar toen ik Joplin binnen kwam rijden, begon ik direct huilen.”
De inwoners van Joplin die de tornado overleefden, maar alles kwijtraakten, wachten moeilijke keuzes. Don Greenwood wilde na een werkzaam leven in het buitenland zijn oude dag slijten in het stadje waar hij is opgegroeid. ,,Ga ik nu herbouwen? Of verhuis ik?” Het zijn vragen waar Don zich ongewild mee bezig moet houden. ,,Nederland kent geen tornado’s hè? Dat klinkt nu wel erg goed. Misschien moet ik daar naartoe verhuizen.”
In wat ooit het witte huis met veranda was van de Youngbloods staat de koelkast open. Uitnodigend toont het zo de nog netjes gerangschikte fessen frisdrank die in de deur staan. Gary hoopt op dezelfde plek snel een nieuw huis te kunnen bouwen. Het liefst wil hij, in de schommelstoel op de veranda aan South Wall Street, van zijn pensioen genieten. In de buurt die hem zo lief is en waar enkel ‘goede mensen’ wonen.