RUBRIEK STANDPLAATS – APRIL SCHIETMAAND

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Op 20 april 1999 liepen ze in lange zwarte jassen de school binnen. Niemand keek er van op. Ze hoorden immers bij de ‘Trenchcoat Mafia’, de geuzennaam voor een groep buitenbeentjes op school. Maar Dylan Klebold en Eric Harris haalden die dinsdag van onder die jassen geweren tevoorschijn en begonnen te schieten. Voor ze zelfmoord pleegden, doodden ze twaalf scholieren en één leraar.
De schietpartij op de Columbine High School in Colorado was de eerste die ik bewust meemaakte. De ophef was groot. Zóveel doden… Acht jaar later, in 2007, bewees Seung-Hui Cho dat het allemaal nog dodelijker kan. Op zijn universiteit, Virginia Tech, schoot hij 32 mensen dood, 28 studenten en vier professoren.
Nu is het weer april en zag ik maandag bekende beelden op mijn tv. Dit keer ontvluchtten studenten in Oakland, Californië in doodsangst en blinde paniek een schoolgebouw omdat een man (het zijn altijd mannen, daar kan ik ook niks aan doen) met een geweer in het rond schiet. Ze rennen weg; niet rechtop maar gebukt. Het hoofd trekken ze als een schildpad tussen de schouders in een instinctieve poging hun lichaam zo klein mogelijk te maken. Een onbewuste overlevingsstrategie tegen ‘de gek met het geweer’.
Voor de studenten die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats waren, was er  geen redding. De schutter zette ze tegen een muur en schoot. ‘Execution style.’ Gruwelijk.
Maar dit keer was er iets raars aan de hand. Ik was niet zo geschokt als vroeger. Ik overdrijf niet als er gemiddeld eens in de twee maanden berichten zijn over een ‘gunman’ op één of andere campus of school. Soms blijkt het loos alarm, maar vaak ook niet. Om te bewijzen dat ik het niet verzin: in de ruim anderhalf jaar dat ik in de VS woon, waren er 19 schietpartijen op scholen en universiteiten. Het dodental: 28.
Waar ik wel van schrok, is de enorme lijst van schietpartijen op scholen die op internetencyclopedie Wikipedia staat. Amerika, waar wapenbezit gemeengoed is, is de onbetwiste koploper. De eerste was al in 1764, las ik. Toen Verenigde Staten dus nog niet eens officieel de Verenigde Staten waren. Toegegeven, het waren indianen en die hadden destijds alle reden om boos te zijn, maar zij doodden in hun woede wel een stuk of tien onschuldige kinderen. De schietpartij op de universiteit van Texas in 1966 maakte ook indruk. Een student en voormalige marinier schoot eerst zijn vrouw en moeder dood, ging naar de campus, klom op een uitkijktoren en opende het vuur. Toen 96 minuten de dader door de politie werd doodgeschoten, waren er veertien doden.
De verklaringen worden altijd in allerlei hoeken gezocht: pesten, gewelddadige games, psychische problemen. Maar de schietpartijen hebben één ding gemeen: de daders hadden een vuurwapen. Vorig jaar sprak ik John Woods. Hij overleefde in 2007 de schietpartij op Virginia Tech. Zijn vriendin niet. Hij lobbyt sindsdien voor zijn oplossing: weg met de wapens. Het zal niet gebeuren. De lobby van geweerclub NRA is veel machtiger. Zij herhalen keer op keer het adagium ‘guns don’t kill people, people kill people’. Een waarheid als een koe. Maar zo’n geweer maakt het wel stukken ‘makkelijker’. Dus is het wachten op de volgende schietpartij. Een psychiater vertelde me dat de kans daarop in de weken na zo’n drama het grootst is. April duurt nog even. Ik hou mijn hart vast.