HET ‘INSTITUTE’ PROBEERT HET WEER MET EEN NEDERLANDER

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – In 2004 had het Institute for Advanced Study al de eerste niet-Amerikaanse directeur. Volgend jaar heeft het de eerste niet-Engelstalige directeur. Robbert Dijkgraaf verhuist in de zomer van 2012 naar Princeton, een universiteitsstadje in de staat New Jersey, even buiten New York. De knapste kop van Nederland treedt daarmee in de voetsporen van de legendarische natuurkundige Albert Einstein.
Het Institute for Advanced Study staat in Princeton, op nog geen drie kilometer afstand van de prestigieuze Princeton University, volgens onderzoeken de beste universiteit van Amerika en de nummer vijf van de wereld. Hoewel de twee wetenschappelijke instellingen nauwe banden onderhouden, hebben ze formeel niks met elkaar te maken.
Niet dat het Institute, opgericht in 1930, minder prestigieus is. De New York Times noemde de wetenschappelijke instelling ooit ‘Amerika’s meest intellectuele ivoren toren’, waarin bijna dertig Nobelprijswinnaars huisden en huizen. De wetenschappers, of ze nu een Nobelprijs wonnen of niet, zijn bekende namen in verschillende velden.
Natuurkundige J. Robert Oppenheimer, die meehielp de eerste atoombom te ontwikkelen, wiskundige Alan Turing, zonder wie we nu geen computers hadden gehad, en politiek filosoof Michael Walzer, toonaangevend in ethiek van oorlog.
Robbert Dijkgraaf, wiskundige en theoretisch natuurkundige, nu nog aan het hoofd staat van de Nederlandse Koninklijke Akademie van Wetenschappen, gaat straks leidinggeven aan een groep van 28 professoren en 190 onderzoekers, stuk voor stuk geniale wetenschappers. Zelf is hij ook geen vreemde voor het Institute. Begin jaren negentig deed hij er al eens een jaar onderzoek.
Een eerdere samenwerking met een Nederlander beviel het Institute echter minder goed. Astrofysicus Piet Hut was in 1985 op zijn 32ste de jongste professor die het Insitute ooit benoemde. Alle professoren worden voor het leven benoemd en hoeven nooit les te geven, wat het vrije denken bevordert, meent het Institute, waardoor ze alle tijd hebben voor onderzoek. Maar het instituut was ontevreden over Huts prestaties en wilde van hem af. Hij zou in 1996 beloofd hebben in 2001 ontslag te nemen, maar uiteindelijk weigerde hij dat te doen.
In 2000 kwam de kwestie voor de Amerikaanse rechter, en liep uiteindelijk met een sisser af; Hut mocht blijven, al werd hij verbannen van de faculteit natuurkunde. Hij werkt nog steeds als professor aan het Insitute, aan een eigen afdeling, ‘interdisciplinaire studies’.