HET TRAUMA DAT IRAK HEET

Voor de feestdagen zijn alle soldaten weg uit Irak, zei president Obama. Maar thuis beginnen de problemen pas echt: in 2012 wordt de VS overspoeld met getraumatiseerde militairen.

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
FORT BLISS (GPD) – Adrien Razo staat in de steeds leger wordende hal op een tafel. Met gestrekte armen houdt ze een bord boven haar hoofd: ‘Proud to be your wife’ (trots om jouw vrouw te zijn). Haar met een dikke laag make-up bedekte gezicht staat strak, want waar is haar man, sergeant Jose Razo?
Razo is twee uur geleden met 429 collega-militairen in een gecharterd toestel geland op de legerbasis van Fort Bliss in de Amerikaanse staat Texas. Dankzij de beslissing van president Barack Obama om (bijna) alle Amerikaanse militairen nog voor de feestdagen terug te halen uit Irak, heeft Adrien haar man maar zes maanden in plaats van de gebruikelijke twaalf moeten missen. Ze is 19, vertelt ze. Haar man is 32. Ze zijn al een jaar samen en dolverliefd. ,,We zijn vier dagen voor zijn uitzending door een rechter getrouwd”, zegt Adrien. ,,Nu gaan we een groot huwelijksfeest plannen.”
Als Jose zijn vrouw in de grote hal eindelijk heeft gevonden, springt Adrien in zijn armen. Haar armen sluiten om zijn nek, haar benen om zijn heupen. Alsof ze hem hem nooit meer los wil laten. Waar ze zich het meest op verheugt? ,,Eh…”, gevolgd door een ondeugende glimlach.
Voor alle echtgenotes en vriendinnen (bijzonder weinig echtgenoten en vriendjes, terwijl er toch een behoorlijk aantal vrouwelijke soldaten zijn teruggekomen) die zich op hun paasbest hebben uitgedost – lippen glimmend van de lipgloss, wimpers zwaar van alle lagen mascara – is dat hetzelfde. Stuk voor stuk verheugen ze zich op de nieuwe wittebroodsweken: na maanden gemis is hun man terug. Aan de problemen die volgen, denken ze niet.
Dat die problemen zullen komen, is zeker, zegt aalmoezenier majoor Henry McCain in zijn kantoor waar een doos tissues prominent op de tafel staat gepositioneerd. Hij weet dat niet alleen omdat hij dagelijks militairen spreekt die zich tot hem wenden voor geestelijke bijstand, maar ook uit eigen ervaring. McCain werd één keer naar Afghanistan en twee keer uitgezonden naar Irak. In totaal maakte hij driehonderd vechtmissies mee. ,,Als je net terug bent, is het geweldig. Je bent blij weer thuis te zijn. Die periode duurt ongeveer negentig dagen. Want op een gegeven moment zegt je vrouw ‘zeg oorlogsheld, ga het vuilnis eens buiten zetten’.”
Toen het leven weer ‘normaal’ werd, begonnen de problemen. McCain bleek een posttraumatische stressstoornis (PTSS) te hebben. ,,Ik werd een zombie, staarde maar wat voor me uit. Kreeg flashbacks van de nare gebeurtenissen in het veld. Paniekaanvallen. Daar had ik wel over gehoord, maar ik dacht niet dat ze ook echt bestonden. Opeens begreep ik waar al die militairen het altijd over hadden.”
Maar hulp zocht McCain niet. Schaamte zorgde ervoor dat hij zichzelf dacht te kunnen behandelen. Hij stond urenlang voor de spiegel en zei tegen zichzelf: ‘dit kan niet, jij kunt niet ziek zijn’. Uiteindelijk moest hij het toegeven: aan zichzelf, zijn vrouw waarmee hij 27 jaar is getrouwd en aan het leger. Nu is McCain ervan overtuigd dat hij als aalmoezenier soldaten met trauma’s beter kan helpen omdat hij weet wat ze doormaken. ,,Het is goed om sympathie te tonen, maar empathie is beter.”
McCain stelt dat het leger er alles aan doet om soldaten te begeleiden. Hij heeft het over weekendjes weg voor koppels, paardrijden in Texas, financiële cursussen waarbij militairen leren omgaan met het gemis aan uitzendbonus en speciale belastingvoordelen – 10 procent van het inkomen dat ze na een uitzending moeten missen – en begeleiding naar een baan in de ‘gewone’ wereld als ze uit dienst gaan. Maar het is niet voldoende.
Het uitblijven van hulp leidt tot een neerwaartse spiraal van alcohol- of drugsproblemen, stukgelopen relaties en scheidingen, het kwijtraken van banen en financiële problemen. Zo komen de ooit gelauwerde veteranen in de daklozenopvang terecht. En als het uitzicht op verbetering zo klein is, liggen suïcidale gedachten op de loer.
Iedere 36 uur pleegt er een actieve militair zelfmoord. Onder veteranen is dat aantal nog hoger: iedere dag beroven 18 veteranen zichzelf van het leven. Het wordt zelfs een epidemie genoemd. Het leger heeft een speciale ‘taskforce’ opgericht die het aantal suïcides moet terugbrengen. Tot nu toe zonder succes.
Het ministerie voor Veteranenzaken krijgt veel kritiek te verduren. Eind november hoorde het Amerikaanse congres in een speciale hoorzitting wat er allemaal mis is: de wachtlijsten voor militairen met problemen zijn enorm, er is een tekort aan getrainde therapeuten en door de grote druk om soldaten toch binnen veertien dagen te behandelen, schiet die behandeling tekort. Veertig procent van de door belangengroep Wounded Warrior Project ondervraagde militairen met psychische problemen kostte het moeite om de juiste hulp te krijgen. Een groot deel kreeg zelfs helemaal geen hulp.
Dat militairen en veteranen met problemen niet goed worden behandeld, valt niet te rijmen met het respect waarmee mannen en vrouwen in uniform doorgaans worden overspoeld. Zit een soldaat in een vliegtuig, dan wordt er op verzoek van de stewardess geapplaudisseerd voor zijn inzet, er zijn speciale kortingen voor militairen en wildvreemden willen soldaten de hand schudden om hen te bedanken. Veteranenzaken belooft dan ook beterschap. President Barack Obama maakt zich persoonlijk sterk voor betere behandeling en begeleiding voor hen die hun land dienden.
Psycholoog Diane Castillo geeft toe dat het moeilijk is. Ze werkt al 24 jaar als PTSS-deskundige in het Veteranenziekenhuis is Albuquerque in de staat New Mexico, maar zag nog nooit zoveel patiënten binnenkomen. ,,Ik verwacht dat we in 2012 te maken krijgen met een enorme instroom.” Ze behandelt getraumatiseerde soldaten en veteranen door hen keer op keer hun nare ervaringen opnieuw te laten beleven, zodat de scherpte kantjes er vanaf gaan. Een moeizaam en vooral langdurig proces.
En doorgaans melden militairen en veteranen zich pas als het eigenlijk al te laat is, weet Castillo. Hoewel PTSS steeds vaker voorkomt, blijft er een taboe op rusten. ,,Dat wordt wel minder. Het wordt niet meer gezien als zwakheid. Bovendien duurt het na een uitzending een tijdje voor symptomen van trauma’s en drank- en drugsmisbruik zich uiten. In Irak loerde constant gevaar. De geest moet wennen dat het thuis geen zaak is van leven of dood.”
Partners van militairen wordt verteld hoe ze de symptomen van PTSS na een uitzending moeten herkennen. Dat gebeurt niet officieel, maar via echtgenotes van militairen die al langer in het leger dienen, merkte Marianne Havey-Noten. De 23-jarige Eindhovense is getrouwd met de Amerikaanse militair Christopher Havey (28) die een jaar werd uitgezonden naar Irak. ,,Hou in de gaten of je man ’s nachts in paniek wakker schiet. Of hij boos wordt om niks. Of dat hij alledaagse dingen ineens anders doet: zijn linkerschoen aan zijn rechtervoet probeert te doen”, somt Havey op.
Havey heeft bij haar man geen problemen opgemerkt. ,,Maar toen hij tijdens zijn R&R (vakantie tijdens een uitzending, hk) in Nederland was en we in Eindhoven naar de kroeg gingen, ging hij wel met zijn rug tegen de muur staan. Zo’n grote groep mensen, daar kon hij niet tegen.” Na zijn uitzending reed Christopher wel met een grote boog om rommel aan de kant van de weg. ,,De vrees voor bermbommen zat diep.”
Direct nadat de militairen in Fort Bliss uit het vliegtuig van Omni Air zijn gestapt en hun wapens hebben ingeleverd, voelt kapitein Michael Mason van de afdeling geestelijke gezondheid ze aan de tand. ,,Welkom thuis, hoe gaat het met je?”, vraagt hij aan een soldaat die anoniem wil blijven. Die reageert door opgetogen te zeggen dat zijn vrouw blij is dat hij er weer is. ,,Maar gaat het ook echt goed?”, dringt Mason aan en hij duwt de soldaat een zalmroze visitekaartje met de nummers van het crisisteam in zijn hand. Zonder het kaartje wordt geen militair herenigt met zijn of haar familie.
Adrien Razo heeft geen seconde over mogelijke trauma’s bij haar Jose gedacht. Terwijl de sergeant als infanterist toch waarschijnlijk gevechtssituaties heeft meegemaakt. ,,We hebben het eigenlijk nooit over zijn werk gehad.” Angelin, die wacht op haar echtgenoot sergeant Jason Kotzur, beseft dat het een tijdje zal duren voordat hij met haar over zijn tijd in Irak zal praten. ,,Maar ik denk dat het helpt dat hij weet dat hij niet meer terug hoeft naar Irak. Dat is voor iedereen een opluchting.”