(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Santae Tribble dacht dat de politie hem wilde spreken omdat hij een paar parkeerbonnen niet had betaald, maar hij werd opgesloten en bleef 25 jaar vastzitten voor een moord die hij niet had gepleegd. Het bewijs: een haar die werd gevonden in de kous die de dader over zijn gezicht droeg toen in 1978 een taxichauffeur uit Washington werd beroofd en doodgeschoten.
Volgens haaranalyse van de federale politie FBI kwam de haar van het hoofd van de toen 17-jarige Tribble, die voor het moment van de moord een alibi had. Ruim dertig jaar later blijkt uit DNA-onderzoek dat geen van de dertien in de kous gevonden haren van Tribble is.
Het Amerikaanse ministerie van justitie stelt in een rapport uit 2004, dat de Washington Post wist de bemachtigen, dat het laboratorium van de FBI op het gebied van vergelijkend haaronderzoek slordig en onbetrouwbaar werk leverde. Door fouten van het lab zijn mogelijk onschuldige mensen ter dood gebracht of soms tot levenslange celstraffen veroordeeld. In 1997 werd in Texas een man ter dood gebracht die volgens de aanklager zonder het nu twijfelachtige bewijs nooit de doodstraf had gekregen.
Het ministerie van justitie was al sinds 2004 op de hoogte van het slordige FBI-werk, maar lichtte alleen de aanklagers in, niet de advocaten van de mogelijk onterecht veroordeelden. Het ministerie zegt volgens de regels te hebben gehandeld en dat zij de advocaten niet hoefden in te lichten.
Het onderzoek van het ministerie richtte zich op de microscopische haaranalyse dat in de jaren negentig werd uitgevoerd. Volgens de Washington Post werden ook al vóór de jaren negentig verdachten veroordeeld op basis van onbetrouwbare haaranalyses. Naast de zaak van Tribble ontdekte de krant bijvoorbeeld dat haren die volgens de onderzoekers afkomstig waren van een mensenhoofd, bij recent nader onderzoek van een hond bleken te zijn.
De FBI dacht sinds de jaren vijftig dat daarmee te kunnen vaststellen of een haar bij een verdachte hoorde. Dit soort haaranalyses waren destijds bij strafprocessen wat dna-testen nu zijn: overtuigend en betrouwbaar. De uitslagen werden vaak tijdens het proces onder ede bevestigd door een onderzoeker van een respectabel overheidslaboratorium. Niemand had reden daaraan te twijfelen. Toen de aanklager dan ook tegen de jury zei dat het haar van Tribble overeenkwam met een haar dat in de kous werd gevonden, werd hij binnen veertig minuten schuldig bevonden.
Nu blijkt dat het FBI-lab geen wetenschappelijke protocollen hanteerde en dat onderzoekers wisten dat hun analyses niet altijd betrouwbaar waren. De FBI bekijkt of het nodig is om alle zaken uit die periode waarin een verdachte door haaranalyse werd veroordeeld te controleren. Tribble, nu 51, is inmiddels vrij en probeert nu met het nieuwe DNA-bewijs zijn naam te zuiveren. De aanklager heeft zijn verzoek in behandeling.