(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
DENVER (GPD) – Na ongeveer twintig minuten debatteren leunt de Amerikaanse president Barack Obama naar achteren, het rechterbeen licht gebogen, en glimlacht naar zijn opponent Mitt Romney. Zijn mond plooit in een lach, maar zijn ogen zeggen wat de tientallen miljoenen tv-kijkers ook al hebben gezien: Romney is beter, veel beter.
‘De overwinning is in zicht’, jubelde een campagnemail van de Republikeinse presidentskandidaat donderdag. Dat is wat voorbarig, maar zeker is dat Romney door zijn goede optreden – of misschien door het ronduit teleurstellende optreden van Obama – een tweede kans heeft gekregen om de race om het Witte Huis naar zijn hand te zetten.
Tijdens het eerste presidentsdebat, op de Universiteit van Denver in de Amerikaanse staat Colorado, leek het alsof de rollen waren omgedraaid. Obama, normaal een vlotte spreker, was aarzelend, hakkelde en gaf lange, wollige antwoorden waarbij hij zelf ook geen idee meer leek te hebben welk punt hij precies wilde maken. Romney daarentegen, die in zijn campagne nogal eens in verlegenheid werd gebracht door zijn onhandige uitspraken of zijn vaagheid, oogde ontspannen en zelfverzekerd, ging energiek in de aanval.
De president heeft vier jaar de tijd gehad om Amerika uit het economische dal te trekken en dat is hem niet gelukt, betoogde Romney. Soms keek hij bijna geamuseerd naar Obama, die op zijn beurt oogcontact meed. Voortdurend keek hij naar beneden, alsof hij op zijn lessenaar wanhopig zocht naar inspiratie. Obama zei meer tijd nodig te hebben voordat zijn plannen optimaal werken. Zo werd de president veroordeeld tot het defensief.
Dat was onverwacht, hoewel het campagneteam van Obama zijn best had gedaan om de verwachtingen te temperen. De president was de te kloppen man omdat de peilingen lieten zien dat Obama in cruciale staten uitliep. Voor Romney moest het debat een ‘game changer’ worden: zijn kans om vijf weken voor de verkiezingen terug te vechten.
Hoewel debatten historisch gezien weinig effect hebben op de peilingen, kan Romney de komende dagen een stijging verwachten. Bij het volgende debat, op 16 oktober, is Romney plots de te kloppen man.
Dit wil niet zeggen dat het een goed debat was. Integendeel. De gehoopte ‘zingers’, puntige opmerkingen waarmee de kandidaten kunnen scoren, bleven uit. Vragen stelden de kandidaten elkaar niet, zelfs niet nadat debatleider Jim Lehrer hen daar nadrukkelijk toe uitnodigde. In plaats daarvan doken de twee presidentskandidaten in de economie, de enorme staatsschuld en belastingen wat verzandde in een cijferbrij en ambtelijke discussies. Ook beschuldigden ze elkaar ervan elkaars beleid verkeerd voor te stellen. Daarmee deden Romney en Obama de doorsnee Amerikaan ook geen plezier; thuis voor de buis haakten zij waarschijnlijk af, in verwarring over wie ze nu moesten geloven. Feitencheckers zullen nog dagen nodig hebben om te bepalen wie er gelijk had.
Het debat toonde ook dat een zittende president in het nadeel is: het is veel makkelijker om, zoals Romney, staand beleid aan te vallen dan het te moeten verdedigen zoals Obama. Daar slaagde het staatshoofd niet goed in. Zelfs voor zijn paradepaardje Obamacare, de hervorming van de gezondheidszorg, sprong hij niet overtuigend in de bres. Een teken dat de president echt niet zijn beste dag had.
Romney had overduidelijk goed voorbereid plaatsgenomen achter het katheder. Sinds juni oefende hij daar al voor. Ook kan hij bogen op ruime en recente debatervaring: tijdens de voorverkiezingen voerde hij 23 debatten. Obama oefende de afgelopen drie dagen in Las Vegas. Verder moest hij de voorbereiding tussen de bedrijven door doen; het presidentschap slokt immers veel tijd op.