— met kader —
(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – De jongens wisten dat er in het kleine betonnen gebouwtje, dat zij het ‘witte huis’ noemden, vreselijke dingen gebeurden. Afranselingen met leren riemen, verkrachtingen en mogelijk moesten sommigen de uit de hand gelopen straffen met de dood bekopen. Onderzoekers hebben deze week op het terrein van een voormalige jongensschool in Florida tenminste vijftig graven gevonden. Veel meer dan de gedocumenteerde 31.
De Arthur G. Dozier School for Boys in Marianna, 105 kilometer van de staatshoofdstad Tallahassee, was van 1900 tot 2011een ‘heropvoedingskamp’. Het misbruik zou zich volgens oud-scholieren hebben afgespeeld in de jaren vijftig en zestig, met rond de driehonderd slachtoffers. Jongens die uit gezinnen kwamen waar ze werden mishandeld, wezen en moeilijk opvoedbare kinderen met ouders die niet voor ze konden zorgen, werden naar Marianna gestuurd.
Overlevenden noemen zichzelf de ‘White House Boys’, naar het witte gebouwtje waar ze geketend vastzaten en werden geslagen – vaak zonder enige aanleiding. Pas een paar jaar geleden gingen zij hun gruwelverhalen vertellen. Bijvoorbeeld over kledingstukken die door de afranselingen zo vast waren komen te zitten in de opengereten huid dat die door de schoolarts operatief uit de wonden moest worden verwijderd. En hoe sommige tieners al binnen een maand na aankomst stierven. Doodsoorzaak onbekend.
Oud-scholier Roger Dean Kiser publiceerde in 2009 een boek over zijn ervaringen. Hij is twaalf als hij vanuit het weeshuis op de school terecht komt en beschrijft dat hij onder de indruk is van de schoonheid van de campus: de prachtige gebouwen en de perfect gemaaide grasvelden. Hoe hij denkt dat hij het daar vast veel fijner zal hebben dan in het weeshuis waar hij vandaan komt. Maar dat het ‘een concentratiekamp voor jongetjes’ blijkt te zijn, waar het zien van ‘bijna-doodgeslagen jongens’ eerder regel dan uitzondering is.
Mede onder druk van Kisers boek wordt de school in 2011 gesloten. De voormalig gouverneur van Florida, Charlie Crist, gelast in 2010 een onderzoek. Agenten ondervragen oud-scholieren en oud-medewerkers, maar vinden onvoldoende bewijs voor mishandelingen. Lijfstraffen werden immers in de jaren vijftig en zestig nog normaal gevonden.
Archeologen en forensisch antropologen van de University of South Florida deden dit jaar ook onderzoek op het terrein en speurden de begraafplaats van de voormalige school af met infraroodapparatuur, omdat de school niet bijhield wie waar en wanneer begraven werd. Duidelijk is wel dat er veel meer graven zijn gevonden dan verwacht. Volgens onderzoeksleider Erin Kimmerlee zijn in sommige graven mogelijk meerdere jongens begraven. Ook buiten de begraafplaats wordt inmiddels gezocht naar graven.
Begin volgend jaar willen onderzoekers beginnen met opgravingen. Dat zou juridisch mogelijk zijn omdat een aantal nabestaanden heeft aangegeven hun overleden familielid te willen herbegraven in een familiegraf. Mogelijk wordt pas dan de totale omvang van het schandaal duidelijk.
KADER:
De horrorschool in Marianna doet denken aan de verhalen over kindermisbruik in een tehuis in Jersey, één van de Kanaaleilanden tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. Ook Haut de la Garenne, zoals het tehuis heette, was bedoeld voor moeilijk opvoedbare jongens, ook daar gingen verhalen over omvangrijk kindermisbruik en jongens die de isoleercel in gingen en er nooit meer uitkwamen. Omvangrijk politieonderzoek in 2008 loste het mysterie niet op.