9/11 – MIDDLETOWN BLIJFT ALTIJD OVER DE SCHOUDER KIJKEN

Na New York City werd Middletown het zwaarst getroffen door de aanslagen van 11 september 2001. Een paar maanden na de aanslag schreef de GPD een portret over het dorp in New Jersey. Nu, tien jaar later, keerden we terug naar een gemeenschap die nog altijd boos is.

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
MIDDLETOWN (GPD) – Bij de Memorial Gardens in Middletown hangt de vlag altijd halfstok. Een rood stenen pad leidt langs 37 grafstenen met een fotogravure en ingegraveerde tekst. Dat het zo’n goede moeder was. Een liefhebbende zoon. Het zonnetje in huis. En dat er geen tijd was om afscheid te nemen. Maar hier liggen geen kisten onder de grond. Het is een gedenkplek voor de 37 inwoners van het plaatsje die na die dinsdag 11 september niet meer terugkeerden van hun werk in de torens van het World Trade Center.
Het mag dan wel bijna tien jaar geleden zijn, voor de inwoners van Middletown is het nog net alsof het gisteren was. De herinnering staat op ieders netvlies. Dat het zo’n perfecte dag was. Kraakhelder. Zonnig. Een blauwe, wolkenloze lucht zover het oog kon kijken. Toen verzekeringsagent Pat Sheridan die ochtend naar zijn werk reed, kon hij de torens vanaf de Parkway Bridge zien. ,,Een zeldzaamheid.”
Sheridan heeft zelf geen dierbaren verloren, maar als je nu tegen hem de cijfers 9 en 11 zegt, gaat zijn geheugen direct terug naar de aanblik die hem het meest heeft geëmotioneerd. ,,De dagen na de aanslagen ging niemand aan het werk. Toch stond de parkeerplaats bij het station vol met auto’s. De aanblik van al die auto’s van mensen die nooit meer terug zouden komen. Hun families durfden de auto’s niet weg te halen, uit een soort van wanhopige hoop dat áls hun man, vrouw, zoon, dochter of broer of zus de aanslag overleefd had, dat hij dan van het station naar huis kon rijden.”
Middletown is geen gewoon Amerikaans dorp. De gemeente, gesticht op de plek waar Henry Hudson met zijn Halve Maen aan land kwam, is één van de oudste in New Jersey en werd gesticht door Britten en Nederlanders. Middletown strekt zich uit over ruim honderd kilometer en bestaat uit verschillende dorpskernen. ‘The biggest small town in America’, zo adverteert het gemeentebestuur. Aan sommige brede straten staan grote villa’s achter witte houten spijlenhekjes die zo uit de set van Desperate Housewives lijken te komen. Kabelzender CNN riep Middletown in 2006, 2008 en 2010 uit als de beste plek om te wonen. Maar nabestaanden van 37 dorpelingen zouden op die perfecte zomerdag in 2001 grof geld hebben gegeven om dat jaar even niét in Middletown te wonen.
Honderden inwoners van Middeltown maakten iedere doordeweekse dag de reis naar Manhattan; 1,5 uur met de trein of drie kwartier met de veerboot. De meeste kozen de zilvergrijze trein van New Jersey Transit. De laatste zeven minuten van hun reis, voordat de trein de North River Tunnel in verdwijnt, hadden ze een prachtig uitzicht op de Twin Towers. Nu zien forenzen op dezelfde plek de Freedom Tower iedere maand een stukje hoger groeien. Een ingesproken vrouwenstem roept op alert te zijn op ‘verdachte pakketjes’. Een waarschuwingsboodschap die de forenzen uit Middletown vroeger nooit hebben gehoord.
Stephen Cangialosi was één van de inwoners van Middletown die dagelijks met zijn auto naar het station reed. Zoals zoveel van zijn buurtgenoten werkte Cangialosi als obligatiehandelaar bij Cantor Fitzgerald, dat kantoor hield op verdieping 101 tot en met 105 van de noordtoren. Karen Cangialosi leefde met haar man en twee zoons van 10 en 7 tot 11 september 2001 het perfecte leven in haar grote huis aan Baskenridge Drive. Die ochtend gaf hij de nog half slapende Karen een zoen ter afscheid. Het zou de laatste keer zijn.
Het telefoonnummer van Karen is gewoon te vinden in de telefoongids en ze staat ook op Facebook. ,,Dat hebben mijn kinderen gedaan. Ik zit er nooit op. ” Ieder jaar krijgt ze weer telefoontjes van journalisten uit Italië, Oostenrijk en Japen. In het begin zei ze iedere keer ‘ja’. Ze is nu eenmaal een vriendelijke vrouw en houdt er niet van om mensen af te wijzen. ,,Maar ik doe het niet meer. Ik wil er niet over praten. Ik help er niemand mee. Het slokt veel van mijn tijd op, zonder dat ik er iets voor terugkrijg. Mijn man al helemaal niet.”
De houding van Cangialosi is tekenend voor Middletown. Ook degenen die geen echtgenoot, zoon, dochter, broer, zus, moeder of vader hebben verloren voelden en voelen nog altijd woede. Kevin Kroeper werkt in de plaatselijke Burger King. Hij was op 9/11 aan het werk en hoorde van de klanten die hun Whoppers in de ‘drive thru’ bestelden flarden van het drama dat zich op hemelsbreed 40 kilometer afstand afspeelde. ,,Destijds hingen hier nog geen tv’s.” Kroeper maakte zich zorgen om zijn broer, die tegenover het WTC werkte. Pas om half zes die middag hoorde ik dat hij veilig was.”
De aanslagen hebben Kroeper bewust gemaakt. Niet dat hij iedere dag moet genieten van het leven, maar dat hij op moet letten. ,,Als ik tien jaar geleden een achtergelaten tas op straat zou zien, zou ik gedacht hebben dat iemand zijn rugtas was vergeten. No big deal. Maar nu zie ik een potentiële bom.” Kroeper is blij dat met de dood van Osama bin Laden de hoofdverantwoordelijke niet meer op dezelfde aarde rondloopt als hij. ,,Ik zou dolgraag het filmpje zien waarin hij door z’n kop wordt geschoten.”
De woede is volgens de belangrijkste politici in Middletown burgemeester Anthony – Tony – Fiore en senator Joseph Kyrillos van de Senaat in New Jersey logisch. ,,We werden aangevallen om één reden: dat we Amerikanen zijn”, zegt Kyrillos. Fiore: ,,Het was een aanslag op onze manier van leven. Op hoe wij onze boterham verdienen.” Middletown is door de aanslagen patriottistischer geworden dan andere plaatsen, vermoedt hij. Overal in de VS wappert op bijna iedere straathoek de Amerikaanse vlag, maar nergens lijkt de vlaggendrift groter dan in Middletown. Sommige percelen zijn compleet omzoomd door rood-wit-blauwe miniatuur stars-and-stripes. ,,Middletown is All-American. Het is een teken: wij vergeten nooit, maar kijken ook vooruit. Al kijken we af en toe wel over onze schouder. Want waakzaam blijven we.”
De aanslagen hebben er ook voor gezorgd dat zijn gemeenschap hechter is dan ooit. Fiore benadrukt dat er geen vrijwillig brandweerkorps in Amerika is met meer leden dat de brandweer van Middletown. Rockband Bon Jovi, wier voorman Jon Bon Jovi met zijn gezin in Middletown woont, schreef er na de aanslagen een nummer over: Undivided. Het verwoordt zijn woede (That was my brother lost in the rubble/That was my sister lost in the crush/That was our mothers, those were our children/That was our fathers, that was each of us), maar ook de eenheid (Where we once were divided, now we stand united/We stand as one… Undivided).
Die eenheid was ook nodig na de aanslagen. De VS begon een oorlog, eerst in Afghanistan, later in Irak. ,,Er is geen plek ter wereld die daar meer begrip voor had dan Middletown”, zegt senator Kyrillos. ,,Ook voor de veiligheidsmaatregelen die er genomen moesten worden was groot begrip. Hoorde je elders mensen nogal eens mopperen over hoe de Patriot Act een inbreuk was op privacy, hier overheerste het gevoel dat de wet gerechtvaardigd is.”
Volgens Kyrillos is Middletown doordrongen van de fragiliteit van het leven. Zelfs bij de jongste inwoners, die ten tijde van de aanslagen nog niet geboren waren. ,,Mijn dochter van negen speelt met haar buurmeisjes. Ze weet dat de vader van haar vriendinnetjes er vanwege ‘bad people’ niet meer is.”
De aanslagen zitten in iedere vezel van Middletown, maar komt na tien jaar meestal niet meer aan de oppervlakte. Burgemeester Fiore is zich ervan bewust dat veel van zijn burgers af willen van de schijnwerper die eens per jaar op Middletown wordt gericht. Het gemeentebestuur worstelt met een goede balans tussen herdenken en doorgaan met het leven. Verzekeringsagent Pat Sheridan zegt dat Middletown beter af is als de wereld zijn woonplaats ‘met rust’ laat. ,,Wij zorgen voor onze eigen mensen.”
Maar vergeten kan niet, weet Mary Topolski. Ze werkt al 22 jaar in de New Monmouth Diner, een zilverkleurige doos aan de doorgaande weg die Middletown door midden snijdt, waar zwart-wit foto’s van Marilyn Monroe en Elvis Presly aan de muren hangen en serveersters als Topolski een blauw polyester uniform dragen. Veel van de nepleren bankjes, ‘booths’, in het eettentje in het hart van Middletown bleven na 11 september leeg. Vaste klanten wiens gezichten Topolski na de aanslagen nooit meer zou zien. ,,Je gaat door met je leven. Je moet wel. Maar zodra iemand erover begint, komt alles meteen weer terug.” Alsof het gisteren was.

9/11 – IMPRESSIES TOEN EN NU

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
(GPD) – Terroristen troffen op 11 september 2001 de Verenigde Staten op drie plekken: het World Trade Center in New York (2753 doden), het Pentagon in Washington DC (184 doden) en een veld bij Shanksville (40 doden). Tien jaar later: een impressie.

GROUND ZERO, NEW YORK: VANDAAG RENT NIEMAND WEG
Vandaag rent er niemand in blinde paniek richting de Brooklyn Bridge in een poging aan de rollende rookwolken te ontsnappen. Op de hoek van Beekman Street en Park Row, op een steenworp afstand van het New Yorkse stadhuis, is het rustig. Jasje-dasje mannen en dames in mantelpak hebben de kantoortorens al verlaten. Toeristen zoeken de weg naar de Brooklyn Bridge. Om de paar minuten rijdt er een bus langs. Taxi’s lijken dan weer in een onuitputtelijke stroom uit zijwegen te zwermen, om vervolgens minutenlang onzichtbaar te blijven. Een brandweerwagen rijdt met loeiende sirenes langs. Een brandweerman zwaait bereidwillig met zijn getatoeëerde arm naar Spaanse toeristen die met hun camera in de aanslag staan.
Vrijwel overal op het zuidpuntje van Manhattan is de Freedom Tower te zien, die verrijst naast de plek waar tot 11 september 2001 de torens van het World Trade Center stonden. De glimmende ramen van de toren reflecteren de ondergaande zon. Maar de weerkaatsing is vanaf deze straathoek niet te zien. De nieuwe toren blijft verborgen achter de kleinere wolkenkrabbers in de buurt. Dichterbij gaat het monument nu ook nog schuil achter hekken. De blikvangers, de twee vierkante vijvers op exact dezelfde plek als waar de torens stonden, zijn pas na de herdenking van 11 september te zien.
Zonder de rookwolken is een stokoude kerk zichtbaar – geopend in 1766 – waar Amerika’s eerste president George Washington ooit nog ter kerke ging. Als door een wonder bleef de oudste kerk op Manhattan ongeschonden na de aanslag. In St. Paul’s Chapel vonden hulpverleners in de dagen, weken, maanden na 9/11 24 uur per dag onderdak, een koud glas water, een maaltijd, een luisterend oor.
Toeristen nemen er een foto, om zich daarna snel weer op te maken voor één van de vele andere trekpleisters die New York rijk is. Ze lijken niet lang te willen stilstaan bij de tragedie waarbij zoveel mensen omkwamen. Dat is zo’n domper op de vakantievreugde.

PENTAGON, WASHINGTON DC: DE LICHTERE STENEN MARKEREN DE PLEK
In het Pentagon zijn ze laagvliegende vliegtuigen wel gewend. Het Amerikaanse ministerie van defensie ligt immers in de aanvliegroute van het Ronald Reagan-vliegveld. Om de paar minuten vliegt er eentje over, laag genoeg om de luchtvaartmaatschappij te herkennen. Delta, US Airways, Continental.

Ook in de lucht, iets lager, vliegen twee bonte zwaluwen speels achter elkaar aan. Dan haalt de ene de andere in, dan de andere de ene. De jolijt in de lucht staat in schril contrast met de plechtige stemming op de grond. Het Pentagon Memorial is gebouwd voor de zuidwestmuur van het bekende vijfhoekige gebouw van het Amerikaanse ministerie; het grootste kantorencomplex ter wereld.
Een laag natuurstenen muurtje begrenst het monument. Om de vijftig centimeter staat er een jaartal in, het geboortejaar van één van de slachtoffers. Roestvrijstalen stroken op de grond verbinden de ene kant van het muurtje met de andere kant. Onderweg komen uit het beigebruine grind zwevende platen omhoog. Iedere zwevende plaat staat voor één omgekomen slachtoffer die in dat jaar geboren is. De oudste kwam in 1930 ter wereld en was zeventig, de jongste werd in 1998 geboren. Dana Falkenberg was pas drie en was met haar ouders en oudere zusje op weg naar Australië. In sommige jaren steken wel vier platen uit de grond. Soms maar één.
American Airlines vlucht 77 had 59 mensen aan boord die dachten dat het toestel ze naar Los Angeles zou brengen. In plaats van zon, zee en strand vonden zij om 09.37 uur ’s ochtends allemaal de dood. Op de grond was de slachting nog groter: 125 militairen van landmacht, marine, luchtmacht en het korps mariniers overleefden de schade die het toestel aan het massief uitziende pand aanrichtte niet. Veel militairen die tijdens de aanslag in het Pentagon waren, kunnen er ook tien jaar na dato nog niet over praten. Aan de buitenkant van het Pentagon herinneren alleen de nieuwe stenen, een fractie lichter dan de rest van het pand, aan de ramp.

SHANKSVILLE, PENNSYLVANIA: VAN VELD NAAR EREVELD
In Shanksville zijn geen winkels, geen restaurants, geen bars. In het veld aan de rand van het dorp in de bergen van Pennsylvania stortte op 11 september United Airlines vlucht 93 neer. Weg anonimiteit. In één klap kende iedereen Shanksville. Een dorp waar 250 mensen wonen. Mensen die voor een groot deel niet gesteld zijn op alle aandacht die het plaatsje sinds 11 september 2001 heeft gekregen. Daar hebben ze niet om gevraagd. Ze willen hun ‘small town’ terug. Maar dat zal nooit gebeuren. Na twee tijdelijke monumenten gaat op 11 september de definitieve gedenkplek open.
Het is stil in Shanksville. Af en toe rijdt er een gele kipwagen van CAT langs. De bouw van het permanente monument, aan de voet van de heuvel pal naast de plek waar het vliegtuig neerkwam, is in volle gang. Aan het hekwerk hangen vlaggetjes, talloze Stars and Stripes, maar ook een Duits, Italiaans en Puerto Ricaanse vlag.
Op de heuvel waar de FBI kort na de crash in een verroest golfplaten schuurtje het raadsel van de crash probeerde op te lossen, is nu nog een tijdelijk tentoonstelling ingericht die het verhaal vertelt van de 40 passagiers en bemanningsleden die het er niet bij lieten zitten. De kapers raakten zo van slag dat ze besloten de Boeing in het lege veld te boren in plaats van in het beoogde doelwit: het Capitol in Washington. Aan een muur hangen briefjes: ‘Bedankt dat jullie je leven voor ons riskeerden’, ‘Jullie waren sterke en dappere mensen’, ‘We vergeten jullie nooit’. In de zomermaanden worden de briefjes iedere week door 5000 mensen gelezen.
Een vrouw, met een grote tatoeage op haar kuit, loopt met haar peuterdochtertje naar het uitkijkpunt op de heuvel. ,,Zie je dat? Daar probeerden stoute mensen stoute dingen te doen.” Haar dochtertje is niet onder de indruk. ,,Zullen we nu gaan?” Voor de inwoners van Shanksville is dat geen optie. Daar heerst sinds 9/11 een angstaanjagend besef: er is geen plek ter wereld zo afgelegen of de terroristen weten het te vinden.

9/11 COLUMN – HET NIEUWE WTC

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Jenny is mijn buurvrouw. Ze woont al jaren in New York en heeft een goede baan bij een bedrijf aan Park Avenue waar ze iets ingewikkelds doet met software. De dag dat orkaan Irene New York bezocht, reed ik met Jenny in haar rode Mini Cooper naar Lower Manhattan om de schade te inventariseren. We stonden stil voor een verkeerslicht en Jenny keek omhoog. ,,Wat is dat voor gebouw?”, wilde ze weten. We keken naar de Freedom Tower, de opvolger van de Twin Towers. Ik wist dat (hoe kun je het níét weten?!), maar Jenny niet.
Tower 1, of Freedom Tower, is één van de zeven wolkenkrabbers die herrijzen op de plek die door de aanslagen met de grond gelijk werd gemaakt. Het heet niet voor niks Ground Zero: de plek het dichtst bij de aarde waar de vernietiging na een ontploffing of natuurramp (of als twee vliegtuigen de twee hoogste gebouwen van een stad invliegen) het hevigst is.
Woensdag kwamen burgemeester Michael Bloomberg van New York en de 80-jarige projectontwikkelaar Larry Silverstein – een Larry King-achtig mannetje – samen om de voortgang van het nieuwe (en verbeterde) World Trade Center te bespreken. Want dat stond direct na de aanslagen als een paal boven water: wat door terroristen vernietigd was, moest het liefst nog beter, mooier, grootser worden opgebouwd dan het origineel. De presentatie op de tiende verdieping van Tower 7, de eerste opgeleverde wolkenkrabber van het nieuwe WTC-complex, was flitsend. Een filmpje wekte de indruk dat de wolkenkrabbers er al staan. De in mijn handen gedrukte usb-stick met de perspresentatie had de vorm van een sleutel. Zo rond 2015-2016 moet het hele complex af zijn, maar in 2013 (twee jaar later dan gepland) moet de nieuwe, ‘adembenemende’ skyline al te bewonderen zijn.
Paradepaardje Tower 1, een imposante, optisch gedraaide constructie, is nu 82 verdiepingen hoog. Iedere week leggen 3000 bouwvakkers er een verdieping bovenop totdat ze bij 104 zijn. Als er dan ook nog eens een 126 meter hoge antenne op staat, meet deze Freedom Tower 1776 voet (541,3 meter) hoog, naar het jaartal waarin Amerika onafhankelijk werd (ze zijn hier niet vies van een beetje symboliek).
Voor het stoplicht bestudeerde Jenny de glimmende ramen van de toren een paar seconden. ,,It’s pretty”, oordeelde ze net voordat het licht weer op groen sprong en ze het gaspedaal stevig intrapte.

9/11 COLUMN – ZONDER ‘MEMORIAL’ GEEN HERDENKING

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Onder de 400 eikenbomen die het bijna afgeronde 9/11 monument in New York rijk is, liggen kinderkopjes (het stenen soort). Eén zo’n kassei is voor het enige Nederlandse slachtoffer: Ingeborg Lariby. Haar ex-man Andrew droeg de steen aan haar op. Ik heb ’m nog niet gezien, maar de 9/11 Memorial App voor de mobiele telefoon leerde me dat dit erop staat: ‘je gaf me zeven jaar van je liefde, maar je hebt de wereld je leven gegeven’. Mooi.
Drie aanslagen, dus drie monumenten. Maar na tien jaar is er pas eentje echt af, die bij het Pentagon. En zonder ‘memorial’ kun je niet herdenken. Dat weet iedere Amerikaan. Gelukkig blinkt de VS uit in de bouw van monumenten, en zullen de andere twee op 11 september ook (bijna) af zijn.
In de aanloop naar de tienjarige herdenking bezocht ik de drie plekken die zondag weer in de spotlights staan omdat terroristen het nodig vonden er een vliegtuig in te boren.
In Shanksville legde Park Ranger Jeff Reinbold uit waarom gele kiepwagens voor de bouw van het monument voor vlucht 93 nog af en aan rijden. Het had iets te maken met het onteigenen van land, zei hij. Ook was er rond dit weiland in de middle of niks geen infrastructuur voor de duizenden belangstellenden. Dat moest allemaal worden aangelegd.
Het officiële monument op Ground Zero moet een oase van rust worden tussen de weer opgebouwde wolkenkrabbers. Wat ooit de funderingen van de tweelingtorens waren, zijn nu vijvers. Langs de muren van de vierkante vijvers vallen liters water de diepte in. Eromheen staan de namen alle slachtoffers (voor het gemak ook die van de eerste aanslag op het WTC in 1993) netjes gerangschikt op vluchtnummer en locatie. Zelfs de hulpverleners hebben hun eigen plekje.
Het kost 525 miljoen dollar (370 miljoen euro) – grotendeels opgehoest door de financiële reuzen van Manhattan – maar dan heb je ook een plek om de 2977 doden te herdenken.
Maar in Shanksville komen ze tien jaar later nog tien miljoen dollar tekort. Ver van de bewoonde wereld staan op een grijze muur de veertig namen van de mensen die er de dood vonden. Ranger Reinbold tuurt naar de plek waar de Tower of Voices, die de stemmen van deze ‘helden’ met windorgels geluid moet geven, moet verrijzen. Het is de vraag of die ooit gebouwd gaat worden.

9/11 COLUMN: HALFSTOK IN AFGHANISTAN

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Iedere dag loopt er minstens eentje mijn mailbox in. Soms wel vier. En het onderwerp is altijd hetzelfde: ‘DOD Identifies Army Casualty’. DOD staat voor Departement of Defense die met de mails de pers op de hoogte stelt van weer een gesneuvelde militair in Afghanistan.
Zondag kondigde de mail bijvoorbeeld de dood aan van Christopher Scott. Hij was pas 21. De tot nu toe 1756 gesneuvelden – al meer dan de helft van de doden die op 9/11 vielen – zijn vaak piepjong en komen uit anonieme plaatsen als Watauga, Deltona of Kuna. Niet zelden namen ze het op tegen een geïmproviseerd explosief en verloren. Tegen zo’n laffe tegenstander, verstopt in het babypoederzand van Kandahar of Helmand, is het moeilijk vechten.
Wat dit met de herdenking te maken heeft? Heel veel. Operatie Enduring Freedom was een direct gevolg van de aanslagen. Tien jaar later vecht Amerika er nog altijd tegen een vijand die zich op het ene moment voordoet als een goeiig boertje en op het andere moment een kalasjnikov uit zijn gewaden tovert.
Toen ik nog als defensieverslaggever werkte, waren de aankondigingen van een persconferentie door de Commandant der Strijdkrachten zeldzaam. En iedereen wist dan hoe laat het was. In de Verenigde Staten houden ze niet eens persconferenties. Dat zou lopende bandwerk zijn.
Daarmee is niet gezegd dat de ‘troops’ onbelangrijk zijn voor de Amerikanen. Nadat in mei het brein achter de aanslagen was gedood, trof ik op Ground Zero een paar rekruten. De feestende menigte schudde hen de hand. Ze kregen schouderklopjes. Dat hun uniform gezien wordt als symbool, begrepen ze niet.
Ook bij de herdenking worden de soldaten niet vergeten: daags voor 11 september worden ze geëerd met de Patriot Classic, een Footballwedstrijd. Het is de Amerikaanse manier om te laten zien dat men doordrongen is van het al dan niet terechte besef dat militairen vechten om het Amerikaanse vrijheidsgevoel in stand te houden. En dat de prijs die ze daarvoor betalen soms onevenredig hoog is.
Toen ik in de zomer van 2009 in Afghanistan was, ging ik mee met de Amerikaanse medevac, de helikopters die gewonden uit het veld halen. Er was net een Nederlander omgekomen door zo’n vermaledijde bermbom. Een Nederlandse verpleegkundige die meevloog met de Amerikanen vertelde me dat ze niet eens verdrietig durfde te zijn. Bij de Amerikanen hing de vlag immers iedere dag halfstok.

9/11 COLUMN – ANIMAL PLANET HERDENKT OOK

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Of het nou één, twee, vijf of tien jaar geleden is, herdenken gaat gepaard met terugkijken. Dus zien Amerikaanse tv-kijkers dezer dagen veel beelden van 11 september. De Boeing die als een warm mes door boter de zuidtoren van het World Trade Center invliegt, beduusd omhoog kijkende zakenmensen – sommige stilletjes huilend, anderen getroost door wildvreemden – en brandweermannen wier ooit zwarte hittebestendige pakken grijs gekleurd zijn door het stof.
Iedereen die ook maar iets met 9/11 te maken had, wordt tien jaar later weer voor de camera getrokken. Het was ook de eerste grote ‘televisieramp’. En het maakt niet uit hoe vaak je de beelden ziet, ze blijven emoties oproepen. Zelf vraag ik me altijd af hoe iemand in staat is om als piloot doelbewust op een gebouw af te vliegen, wetende dat je het zelf niet overleeft. Of hoe iemand aan een bureau op de 97ste verdieping nietsvermoedend opkijkt van zijn computerscherm en de neus van een vliegtuig op zich af ziet komen. Brrr.
Voor National Geographic Channel, de zender die sinds eind augustus al in het teken staat van 9/11, heeft dat ook een persoonlijke reden: twee medewerkers zaten in het vliegtuig dat op 11 september crashte in het Pentagon. In iedere commercial break worden zij met gevoel voor dramatiek herdacht.
Afgelopen weekend keek ik tussen deze reclameblokken door naar de herhalingen van de interviews met voormalig president George W. Bush en oud-burgemeester Rudy Giuliani. Uiteraard kwistig gelardeerd met de even bekende als dramatische beelden van die dag. Ik zag Bush – iets grijzer en met vochtige ogen – vertellen dat hij de stewardessen van Air Force One een geruststellende ‘big hug’ had gegeven. En Giuliani hield zijn tranen voor zichzelf. Hij wilde niet dat de wereld hem zag huilen. Dat was maar slecht voor het moraal.
Net als zoveel dingen in de VS is het niet goed of het deugt niet. Mensen klagen dat er te veel aandacht is voor de tienjarige herdenking. Zelfs Animal Planet en kinderzender Nickelodeon besteden er aandacht aan. Volgens sommigen wordt de dag door de overdaad gedevalueerd. Anderen vinden de aandacht juist belangrijk. In Middletown, waar 37 forenzen die dag niet meer terugkwamen, zei de burgemeester tegen mij dat het lastig balanceren is op de grens tussen herdenken en doorgaan met het leven. En dan kun je het eigenlijk ook nooit goed doen.

9/11-COLUMN – DE AANSLAGEN ALS MELKKOE

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – ,,Het is verdomme een begraafplaats!” De toch van nature kalme John Devlin schiet uit zijn slof en laat me van mijn notitieblokje opschrikken. Na de 11 september die in ieders geheugen staat gegrift werkte hij negen maanden lang, zeven dagen in de week, twaalf uur per dag op Ground Zero. In zijn ogen is het een begraafplaats. 2753 onfortuinlijke mensen vonden er hun laatste ‘rustplaats’.
Daarom maakt het hem zo intens boos als mensen 9/11 gebruiken om er geld mee te verdienen. Vooral in de aanloop naar de herdenking hebben de merchandise bedenkers van deze wereld zichzelf overtroffen in smakeloosheid. Niet alleen worden de inmiddels standaard Amerikaanse vlaggetjes en T-shirts vrolijk te koop aangeboden, maar wat de denken van herdenkingswijn? Of een Zippo-achtige aansteker met het hoofd van Bin Laden (toen er nog geen gat in zat). Een 9/11-hondenriem. En mijn persoonlijke favoriet: een mes met op het lemmet ‘never forget’.
Voor de duidelijkheid: ik probeer niet een wedstrijdje ‘verzin de raarste 9/11-koopwaar’ te winnen. Het is allemaal heus op de markt. Vaak ook nog voor een toepasselijke prijs (9,11 dollar). Dus voor wie nog in de markt is voor een 9/11-geïnspireerd schaakset waarin vliegtuigen het tegen gebouwen moeten opnemen, spoed u nu naar Amerika!
De opbrengst van sommige producten komt nog ten goede aan het officiële monument, maar het meeste geld vloeit rechtstreeks in de zakken van mensen die dollartekens hebben op de plaats waar normaal de pupil zit. Heiligschennis, oordeelt Devlin.
Al is hij ook niet roomser dan de paus. Devlin heeft uit de puinhopen van Ground Zero een aandenken meegenomen. Gekalmeerd van zijn uitbarsting haalt hij een stalen lager tevoorschijn. Het past in de palm van mijn hand. Het zou niet bij hem opkomen het ooit te gelde te maken.
Brokstukken van de Twin Towers gingen overigens het hele land over, waar ze werden verwerkt in monumenten ter nagedachtenis aan de aanslagen. In Atlantic Highlands, New Jersey bijvoorbeeld, hemelsbreed maar 38 kilometer van Manhattan. De regio verloor die dag 147 inwoners. Het monument op Mount Mitchill, waar vandaan op een heldere dag Manhattan te zien is, bestaat uit een verweesd kijkende betonnen Amerikaanse zeearend die een verwrongen stalen H-balk in de klauwen heeft. Drie keer raden waar die balk vandaan komt. Juist: van een ‘begraafplaats’.

9/11 COLUMN – DE EMOTIE VAN TIEN JAAR OUDE FOTO’S

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Het is bijna tien jaar na de aanslagen van 11 september 2001 en daar kan niemand in New York omheen. Zo kan het dus zijn dat nietsvermoedende stadse dames – type mijn-kapsel-zit-perfect-omdat-het-te-bang-is-om-een-slechte-haardag-te-hebben – op zoek naar dat zijden jurkje bij Hugo Boss of die superzachte leren tas in ‘Marokkaans blauw’ van Cole Haan in het luxe winkelcentrumpje van Columbus Circle op de fotoserie Faces of Ground Zero stuiten.
Vanaf gigantische polaroidfoto’s kijken een priester, een agent, een verpleegkundige, twee burgemeesters, een F16-piloot en veel brandweermannen naar de winkelende mensen. Na 11 september 2001 fotografeerde Joe McNally driehonderd mensen die op of rond Ground Zero werkten. Nu worden ze weer tentoongesteld.
Iedereen werd op dezelfde manier gekiekt. Recht de camera in kijkend. Van kruin tot voeten. Levensgroot. ,,Het is net alsof ze ieder moment van het fotopapier af kunnen stappen!”, roept een dame tegen haar vriendin die naast haar staat.
Ze staren naar marinier Peter Regan in zwarte overal, werklaarzen en met een te grote helm op zijn hoofd. Zijn handen heeft hij in zijn zakken gestoken, alsof hij wil zeggen dat hij heus belangrijker zaken aan zijn hoofd heeft dan poseren voor een topfotograaf.
En dat was ook zo. Na 11 september zocht Peter in de puinhopen van het World Trade Center tevergeefs naar zijn vader, brandweerman Donald. Maar dat weten de dames niet, want ze nemen geen tijd om de tekst op het zilverkleurig plaatje naast de foto te lezen.
Als ze dat wel hadden gedaan, dan hadden ze gelezen dat Peter in juni 2002 naar Afghanistan is gegaan om mee te vechten tijdens Operatie Enduring Freedom, de Amerikaanse militaire reactie op de aanslagen. Na afloop van zijn militaire dienst had Peter één droom: hij wilde in de voetsporen van zijn vader treden. Hij heeft zijn doel bereikt. Peter is nu brandweerman bij hetzelfde brandweerkorps als waar zijn vader Donald ooit werkte. Die hoort nog altijd bij de meer dan duizend slachtoffers die officieel ‘vermist’ zijn.
De dames interesseert het niet. In de tijd dat ik het verhaal van vader en zoon Regan heb gelezen, staan zij in een volgende winkel hebberig stofjes te aaien. Jurkjes met een prijskaartje van 550 dollar en tassen van 378 dollar laten zich moeilijk combineren met de emoties die tien jaar oude foto’s oproepen.

9/11 COLUMN – INTRO

Op 9 november 2000 stond ik dankzij een studiereis naar New York bovenop de zuidelijke tweelingtoren van het World Trade Center. Met iedere stap voelde ik het observatiedek lichtjes met de wind mee bewegen. Onder me gleden gele koplampen als een verlichte slang door de straten.
Op 11 september 2001 stond ik na college op Utrecht Centraal te wachten op de trein naar huis toen ik op mijn voicemail de paniekerige stem hoorde van een studiegenoot: Een vliegtuig! En nog een! De torens staan in brand! Voordat ik bij een televisie was, waren de Twin Towers er niet meer. Wat jaren had geduurd om op te bouwen, was binnen twee uur weg. Poef. Alsof ze er nooit hadden gestaan.
Deze week beschrijf ik iedere dag hoe ‘mijn’ stad zich opmaakt voor de tienjarige herdenking van de aanslagen die door de Amerikaanse datumnotatie bekend zijn komen te staan als ‘9/11’. De dag in 2000 dat ik vanaf het hoogste punt in New York de stad onder mij bewonderde was de Nederlandse 9/11. Maar daar kwam ik pas achter toen ik een paar weken na de aanslagen mijn toegangskaartje terugvond.

AFSCHEID PETRAEUS: ÉÉN KAPITEIN TUSSEN DE GENERAALS

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
WASHINGTON/ARLINGTON (GPD) – Generaal David Petraeus wordt ‘de grootste militair van zijn generatie’ genoemd. Maar op het grote, zonovergoten grasveld van Summerall Field op legerbasis Fort Myers, net over de rivier bij Washington, is hij niet meer dan een stipje. Met groot ceremonieel vertoon nam de Amerikaanse krijgsmacht gisteren afscheid van de militair, zoon van een Friese kapitein, die leiding gaf aan de Amerikaanse strijdkrachten in Irak en Afghanistan. Onder de genodigden, tussen allemaal Amerikaanse generaals, één Nederlandse kapitein: ridder Marco Kroon.

Foto: Nederlandse ambassade Washington

Dinsdagavond vertelde Kroon op een pluche bank in de lobby van het luxueuze Willard InterContinental Hotel hoe het komt dat hij zomaar bij het afscheid van één van Amerika’s meest machtige generaals – en bijna-CIA-baas – mocht zijn.
Petraeus werd tijdens een lezing in Eindhoven aan Kroon voorgesteld. Blijkbaar maakte hij een verpletterende indruk op de Amerikaanse generaal, want viavia wist Petraeus Kroons e-mailadres te achterhalen. Zo hielden ze contact; ook tijdens diens veelbesproken vervolging wegens bezit van cocaïne en een stroomstootwapen. ,,Ik kreeg zo het gevoel dat ik er niet alleen voor stond. Later feliciteerde hij me met mijn vrijspraak.”
Op de vraag waarom Petraeus contact met hem hield, kan Kroon niet echt antwoord geven. ,,De Militaire Willems-Orde staat gelijk aan de Amerikaanse Medal of Honor. Dragers daarvan worden in Amerika als echte helden gezien. En misschien speelt de Nederlandse achtergrond van Petraeus ook nog een kleine rol, want er was wél direct een klik.”
Een paar weken geleden kreeg Kroon ineens een e-mail met de mededeling dat Petraeus wilde dat Kroon bij zijn afscheidsceremonie zou zijn. ,,Ik dacht: ‘Waarom ik?’ Maar ik voelde me ook zeer vereerd.” Het contact tussen hem en Petraeus beschrijft hij als hartelijk, maar de kapitein weet zijn plek. ,,Het is niet je en jij, het is toch een generaal. Ik stel me ondergeschikt op. Het is u, ja en amen.”
Kroon kwam niet met lege handen naar het afscheid. In zijn handen klemt hij een doosje met daarin een bijzonder horloge. Op de wijzerplaat staan de coördinaten van Kandahar Air Field gegraveerd. Kroon heeft hetzelfde stoere klokje, maar dan met de coördinaten van het toenmalige Kamp Holland, zestig kilometer verderop in Afghanistan.
Petraeus is zichtbaar in zijn nopjes met het presentje. Trots stelt hij Kroon voor aan zijn vrouw Holly, alsof er niet nóg tientallen mensen in de rij staan om hem de hand te drukken. ,,Dit is de enige actieve Nederlandse Medal of Honor-drager”, zo introduceert Petraeus hem. Kroon glimt.
De Bosschenaar is in Washington als drager van de Militaire Willems-Orde. Het kost hem geen vakantiedagen en de reiskosten – ook het luxe hotel – komen voor rekening van de Amerikaanse defensie. ,,Alles wordt voor me geregeld.” Zo werd hij getrakteerd op een privérondleiding door het Pentagon en het Witte Huis. ,,Mooi”, glundert Kroon ,,om ineens in de gebouwen te staan die je normaal alleen op tv ziet.” Maar het was ook om een andere reden mooi: Kroon, in zijn uniform, was een bezienswaardigheid; mensen wilden met de hem op de foto. ,,Zoveel respect, wat een verschil met Nederland.”
Kroon heeft dinsdag een kilometer of wat hardgelopen door Washington. Hij is bezig weer in vorm te komen voor zijn nieuwe baan als compagniescommandant. ,,De laatste jaren heb ik veel achter de bar van mijn café gestaan en heb ik zelf ook wat biertjes gedronken. Van de twintig kilo die ik was aangekomen, ben ik er alweer tien kwijt.” Zijn café, vol met slechte herinneringen aan de rechtszaak, verkoopt hij. Financieel is het een fikse aderlating, maar dat neemt Kroon op de koop toe.
,,Voor de buitenwereld is de rechtszaak voorbij, maar voor mij en mijn vriendin begint de verwerking nu pas.” De prestigieuze uitnodiging van de Amerikaanse generaal is een hart onder de riem, maar voor Kroon voelt dat niet als rehabilitatie: ,,Mijn medaille heeft glans verloren – voor altijd.”