ORKAAN IRENE VERLIEST KRACHT EN SPAART NEW YORK

Het voelt bijna als een des­illusie: na dagen van voorbe­reiding op de storm die New York zou geselen, blijkt slechts hier en daar een boom omgewaaid.

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Eén voor één gaan de deuren van gebouwen weer open. Na een periode van veilige opsluiting in hun appartementen nemen New Yorkers na het passeren van orkaan Irene voorzichtig een kijkje in hun stad. Een grote tak die in een zijstraat van Central Park op twee auto’s is gevallen, is een dankbaar foto-onderwerp. ,,Voor op Facebook”, jubelt een vrouw in een paarse regenjas, terwijl ze met haar telefoon een foto neemt. Hét bewijs dat Irene in New York geen echte ramp heeft veroorzaakt.
Er staan een paar straten blank in het laagliggende deel van Manhattan en in wijk Battery Park City heeft een enkel appartement op de begane grond lichte waterschade. In het park met uitzicht op het Vrijheidsbeeld lopen zondag tegen het middaguur alweer toeristen. Sommigen in regenjas en dito laarzen, anderen in korte broek, T-shirt en teenslippers.
Luttele minuten voordat de orkaan bij Coney Island in New York aan land zou komen is ze in kracht afgezwakt tot een tropische storm. Op de zuidpunt van Manhattan, pal aan het water, zwiepen verkeersborden vervaarlijk op en neer. In het noorden van Manhattan, elf kilometer verderop, hangen de blaadjes stil aan de bomen, er staat geen zuchtje wind. Dat was bijna een desillusie, na een kleine week van waarschuwingen voor dagen zonder elektriciteit en water.
Uit angst voor een herhaling van de slechte voorbereiding op de enorme sneeuwstorm van kerst vorig jaar en met orkaan Katrina uit 2005 nog in het achterhoofd, drukten autoriteiten en 24-uurs nieuwszenders inwoners van New York op het hart om water, ingeblikt voedsel, zaklampen en extra batterijen in te slaan. Inwoners van de laaggelegen gebieden moesten hun huis verlaten. Het stadsbestuur richtte negentig opvangcentra in met een capaciteit van 70.000 mensen. De meeste evacués vonden onderdak bij familie en vrienden, slechts negenduizend mensen maakten van de centra gebruik.
Op het hek bij de Louis Brandeis-school hangt een wit plastic spandoek waar met blauwe letters ‘shelter’, schuilplaats, op staat. Dertig mensen zijn er zaterdag met gele schoolbussen naar toe gebracht. Het openbaar vervoer lag toen al stil. In de gymzaal van de middelbare school staan 88 veldbedden, zegt vrijwilligster Micky. Haar lippenstift kleurt bij het oranje hesje waaraan de vrijwilligers te herkennen zijn. Micky werkt normaal gesproken bij de afdeling onderwijs van het gemeentebestuur en zet zich nu in voor de slachtoffers van de orkaan.
Voor de ontheemden is er genoeg water en voedsel en voor de kinderen is er speelgoed. Een vrouw komt vragen om een boek, want anders duurt de tijd zo lang, maar daar heeft het stadsbestuur niet aan gedacht. ,,We zijn hier geen bibliotheek”, lacht vrijwilligster Valerie. Haar man vindt het vervelend dat ze niet bij hem is tijdens de orkaan. ,,Maar het is niet anders. We hebben ons erop voorbereid om hier drie dagen te blijven.”
Zo lang hoeven ze niet te blijven. Zondagmiddag (lokale tijd) maken de eerste evacués alweer aanstalten om terug te gaan naar huis. Anderen wachten tot de metro en bussen weer rijden.
Irene bracht niet alleen wind en veel regen. Het dwong de ‘city that never sleeps’ tot algehele stilstand. Musea die dagelijks duizenden mensen trekken, zo als het Guggenheim, Metropolitan Museum en MoMA gingen dicht. Broadwayshows werden geannuleerd. Central Park werd gesloten. Zelfs koffieketen Starbucks – op vrijwel iedere straathoek zit een vestiging – sloot zaterdag en zondag de deuren van alle bijna tweehonderd koffiehuizen in de stad.
Ook veel andere winkels en restaurants gingen dicht, net als de drie luchthavens van de stad. Personeel kon weliswaar wel naar het werk komen, maar omdat het openbaar vervoer voor het eerst in de geschiedenis werd stilgelegd, konden ze niet meer terug naar huis. Op een normale dag vervoert de MTA in bussen en metro’s 8,5 miljoen mensen.
Elders aan de oostkust richtte Irene wel serieuze schade aan, waarschijnlijk voor miljarden euro’s. Miljoenen mensen kwamen zonder stroom te zitten. Er kwamen in ieder geval tien mensen om het leven, voornamelijk door omgevallen bomen. Irene trekt nu verder richting New England en het zuidoosten van Canada.

NEW YORKERS NEMEN DREIGING IRENE SERIEUS DANKZIJ AARDBEVING

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Het was het eerste wat ze zag toen Amelia, caissière van een supermarkt pal aan de Hudson Rivier, aan haar dienst begon: het rek met batterijen was leeg. ,,Maar water hebben we nog voldoende”, zegt ze. Buiten staan drie pallets met ‘gallons’, jerrycans met een kleine vier liter water. Het vliegt de winkel uit. New York maakt zich op voor orkaan Irene, die zondag wordt verwacht.
New Yorkers raken niet zo snel in paniek. Dus als burgemeester Michael Bloomberg en alle nieuwszenders zeggen dat de orkaan ervoor kan zorgen dat de elektriciteit uitvalt (tot wel vier dagen lang!), er geen water meer uit de kraan komt en laaggelegen gebieden onder water lopen, dan is de reactie doorgaans laconiek.
Dit keer is dat anders, zegt Matthew Smith (47) terwijl hij met twee zware tassen vol water, melk, ingeblikt voedsel en batterijen van de supermarkt naar zijn huis in de West Village loopt. ,,Ik had nooit gedacht dat we hier een aardbeving zouden krijgen en die hebben we deze week ook gehad.”
Dus dit keer neemt Smith de waarschuwingen serieus. ,,Vooral vanwege mijn tweeling van vijf.” Smith heeft de pech dat hij in één van de laagstgelegen delen van New York woont. Dan kan zijn appartement wel op de veertiende verdieping zijn, de autoriteiten vrezen dat de straten daar blank komen te staan. Voor de zekerheid zijn politiebureaus in de buurt uitgerust met blauwe bootjes. Burgemeester Bloomberg heeft besloten dat hij en 250.000 andere New Yorkers hun huis zaterdag verplicht moeten verlaten. ,,Dan ga ik naar mijn broer, die woont tien straten naar het oosten.” Daar zal zijn gezin veilig zijn, zo voorspelt het stadsbestuur.
De aardbeving heeft er ook bij Edith Drew voor gezorgd dat ze de waarschuwingen bloedserieus neemt. ,, Ik was tijdens de aardbeving zó bang. Ik ben er de hele week misselijk van geweest.” Thuis in Harlem, bij haar kinderen van 19, 17, 16 en 11, heeft ze gezorgd voor een draagbare radio, zaklampen met extra batterijen, kaarsen en veel water. Een gallon per persoon, per dag, precies zoals wordt geadviseerd. Zelf zal ze tijdens de orkaan niet bij hen zijn. Drew werkt bij de thuiszorg. Ze heeft besloten vanaf zaterdagavond bij haar cliënt, een demente vrouw van 79 die herstelt van een heupbreuk, te blijven. Ze zal er ook blijven slapen, want de vrouw woont in een gebied waar de kans op overstromingen volgens de stad groot is. ,,Ze heeft het verstand van een twaalfjarige en kan niet voor zichzelf zorgen. Weet niet eens hoe ze de hulpdiensten moet bellen als dat nodig is. Ik vind dat ik dan bij haar moet zijn. Mijn kinderen begrijpen dat zij mij harder nodig heeft.”
Bij de Bed, Bath and Beyond in het ‘risicogebied’, een uit de kluiten gewassen Amerikaanse versie van de Blokker, gaat het hamsteren door. Personeel wordt keer op keer gevraagd naar zaklampen, maar die zijn op. Kaarsen en aanstekers liggen op de kassaband van iedere klant. Terwijl Irene in kracht lijkt af te nemen, lopen mensen in Washington Street te sjouwen met jerrycans water. Thuis zullen ze hun badkuip met water vullen, zoals hen door iedere tv-meteoroloog wordt opgedragen, om spoelwater voor de wc te hebben. Niemand gaat er echt van uit dat Irene ernstige schade toebrengt, maar ze nemen liever het zekere voor het onzekere. De aardbeving heeft ze wakker geschud.

DE TEGELTJESWIJSHEDEN VAN PR-KONINGIN KELLY CUTRONE

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – Ze is helemaal in het zwart gestoken (alleen de teenslippers die ze uit haar tas tovert zijn wit) en haar zwart geverfde haar hangt in slordige slierten rond haar make-uploze gezicht. De nagels van haar vingers zijn blauw gelakt. Er is geen enkel indicatie dat de vrouw die in het Mexicaanse eettentje biefstukreepjes met gesmolten kaas in tortilla’s vouwt haar geld verdient met mode. Toch is dat wat Kelly Cutrone doet – en succesvol ook.
Cutrone is de baas van People’s Revolution, een PR-bureau dat ervoor zorgt dat modelabels als Valentino, Bulgari, Longchamps en Vivienne Westwood miljoenen binnenharken met de verkoop van hun kleding. Haar bedrijf – en met name haar intimiderende persoonlijkheid -staat centraal in de realityserie Kell of Earth die nu ook in Nederland te zien is. Met tegeltjeswijsheden als ‘if you have to cry, go outside’ (als je moet huilen, ga naar buiten) en ‘normal gets you nowhere’ (als je normaal bent, bereik je niks) heeft Cutrone in de Verenigde Staten een enorme schare vooral jonge fans voor zich weten te winnen. Trouwe kijkers van MTV kennen Cutrone al van haar optredens bij realityshows The Hills en The City.
Ze snapt dat haar verschijning vragen oproept. ,,Ik heb vroeger alle ontwerpers ter wereld gedragen. Ik heb mijn haar rood, blond, blauw en in dreadlocks gehad. Ik heb mijn best gedaan sieraden te dragen – ik heb een grote verzameling – en geprobeerd meer kleding met kleur aan te trekken. Maar dan heb ik een turkooizen shirt aan en zeggen mijn vrienden ‘Kell, dit bén jij niet’. Ik blijf voorlopig dus in mijn zwarte fase.”
Het interview zou plaatsvinden in het pand van People’s Revolution in de hippe New Yorkse wijk Soho, op een steenworp afstand van veel van de labels die Cutrone vertegenwoordigt. Eén van de vele stagiaires (‘Ik werk hier al drie dagen!’) roept dat ‘Kelly’ zo komt. Even later komt Cutrone’s warrige assistent Brunson Stafford de ‘showroom’ binnen. Hij heeft zijn baas aan de lijn. Of de verslaggever het interview in het restaurant tegenover wil afnemen? Cutrone heeft honger. ,,Ik heb net twee uur gesport”, klinkt het even later verontschuldigend. ,,De afgelopen tijd ben ik wat aangekomen en ik probeer weer in vorm te komen.”
In een rap tempo neemt de zakenvrouw annex alleenstaande moeder een gemiddelde dag door. ,,Ik sta rond zeven uur op en ga dan wandelen met mijn honden ˆ ik heb twee husky’s. Onderweg koop ik een kop koffie en ben dan rond acht uur weer thuis om mijn dochter Ava van negen wakker te maken. Samen ontbijten we en dan gaat Ava naar school, al gaat ze nu in de zomer op kamp. De honden gaan naar ‘doggy day care’ en ik bel dan mijn cliënten in Europa en Azië. Om negen uur doe ik een half uur cardio en daarna ga ik naar kantoor en heb ik ‘meetings’. Ik ben in ieder geval twee avonden per week thuis bij Ava en ik ben zeker twee avonden per week weg voor mijn werk. De weekenden proberen we in ons landhuisje door te brengen.”
Je kunt veel van Cutrone zeggen, maar niet dat ze lui is. Ze bestiert een PR-firma met vestigingen in New York, Los Angeles en Parijs, produceert een aantal tv-programma’s, schrijft boeken en treedt sinds kort op als deskundige in de succesvolle talkshow van Dr. Phil. En dan is ze bezig haar tweede show aan de man te brengen. ,,Maar dat is nog geheim.”
Toch twijfelde Cutrone in 2009 geen moment toen de Amerikaanse tv-zender Bravo haar een eigen show aanbood. ,,Ik heb altijd al het gevoel gehad dat mijn leven verfilmd zou moeten worden”, lacht ze tussen twee happen en een slok van haar margarita door (het is half vier ’s middags). ,,Er zijn veel misvattingen over de modewereld. Veel meisjes en homo’s zien het als een droom, maar hebben geen idee wat het inhoudt. Ik hoop dat ze door Kell on Earth beseffen dat het niet allemaal draait om de kokosnootbikini van ontwerper X, maar worden aangemoedigd verder te dromen. Bovendien vind ik mijn bedrijf een interessante, dynamische setting.”
Kell on Earth heeft soms ook meer weg van een kantoorsoap. Over de stagiaires die de cadeautasjes voor modejournalisten totaal verkeerd inpakken, de medewerkster die alles verprutst en uiteindelijk zelf maar ontslag neemt en de assistent die na vakantie in Californië niet meer terugkeert. De medewerkers die overblijven, krijgen het flink voor de kiezen. Intrigerende televisie, vooral als je in je achterhoofd houdt dat op Cutrone en haar zakenpartners Emily en Robyn na, niemand van de ‘cast’ nog bij People’s Revolution werkt.
Haar nieuwe assistent Brunson moet ook nog flink worden ingewerkt. ,,Hij maakt te veel fouten. Boekte een verkeerde hotelkamer waardoor ik ineens 6000 dollar duurder uit was. Wilde een afspraak plannen op dinsdag 7 augustus, maar die dag bestáát helemaal niet.” Vanaf haar BlackBerry leest ze een e-mail voor die ze naar hem stuurde. De boodschap: als het ‘binnen twee tot vier weken’ niet beter gaat, kan hij zijn tassen pakken en teruggaan naar South Carolina.
Ze is ‘intens’, geeft Cutrone toe. ,,Maar het zijn geen impulsieve reacties. Ik kies ervoor om me zo op te stellen. Ik werk al zo lang in deze business dat ik precies weet hoe ik op een fout moet reageren zodat de betrokkene er het meest van leert. Soms is dat fel, compleet met schelden, soms wat milder.” Op deze woensdagmiddag in augustus is ze ontspannen. ,,Als je me over een maand, net voor de Fashion Week in New York zou spreken, zou dat heel anders zijn ja.” De drukte bij People’s Revolution bereikt twee keer per jaar (in september en februari) een hoogtepunt tijdens de prestigieuze Fashion Week, waar het bedrijf van Cutrone de organisatie van meerdere modeshows in handen heeft.
Cutrone heeft zelf nauwelijks last van haar drukke dagen. Ze vergelijkt zichzelf met de hindoeïstische godin met acht armen. ,,Je moet in het nu kunnen leven. Als ik bij Ava ben, ben ik bij Ava. Als ik modeshows produceer, ben ik daar voor de volle honderd procent mee bezig. En nu spreek ik met jou en ben ik daar helemaal op gericht.” Al neemt Cutrone in het gesprek wel twee keer haar BlackBerry op: één keer voor een cliënt uit Londen en een keer voor haar personal trainer. Als het eten op is, het margaritaglas leeg en het gesprek afgelopen, staat ze kreunend op. ,,Mijn benen doen zo’n pijn. Maar in januari 2012 wil ik weer in vorm zijn. Misschien ga ik dan zelfs ook weer daten.” Het kan nog net voor de Fashion Week van februari.

Kell on Earth wordt iedere donderdag om 22.55 uitgezonden op TLC.

IN JOPLIN STAAT EEN WEEK NA DE TORNADO DE KOELKAST NOG OPEN

Gepubliceerd in het Nederlands Dagblad van 1 juni 2011
(Door Hanneke Keultjes)
JOPLIN – Gary Youngblood zit op het betonnen trapje dat een week geleden nog naar de veranda van zijn huis aan 2416 South Wall Avenue in Joplin leidde. Van onder zijn dikke brillenglazen biggelen tranen. Maar ze zijn van geluk. Zojuist hebben vrijwilligers in de puinhopen de foto’s van zijn overleden ouders gevonden. ,,Dat was het enige wat ik nog van ze heb.”
Gary (64) overleefde de tornado van 22 mei – de dodelijkste ooit in de Verenigde Staten – door met zijn vrouw Shirley (61) in de enige kamer te schuilen die nog overeind staat: de overloop naar de badkamer. Ze waren ervan overtuigd dat ze dood zouden gaan. Daarom klampten ze zich wanhopig aan elkaar vast, onderwijl voortdurend hardop biddend. Het dak waaide er als eerste af, deuren vlogen open, ramen sneuvelden, muren vielen om. Het duurde volgens de Youngbloods anderhalve minuut, maar het voelde als een eeuwigheid. ,,Het was alsof er een trein door ons huis denderde. Zo klonk het ook”, zegt Shirley, die nog het meest bezorgd was om haar hond en moeder. Beiden overleefden de tornado. Miss Daisy, een dikkige zwart-wit gevlekte hond, had een veilig heenkomen gevonden onder het bed. Nu lijkt het dier als enige niet onder de indruk van de aanblik van Joplin, een stadje in het zuidwesten van de staat Missouri.
Een week na de tornado hebben de Amerikaanse verslaggevers plaatsgemaakt voor vrijwilligers, Rode Kruismedewerkers, verzekeringsagenten, militairen en politieagenten van korpsen uit de wijde omtrek. De aanblik van de verwoesting – in alle richtingen en zover je kunt kijken – nog altijd hartverscheurend. Geen enkele foto, geen enkel filmpje doet recht aan de omvang. Het lijkt alsof de ravage is toegebracht door een boze maquettemaker, die zijn bouwwerk beurtelings met zijn hand kapot heeft gedrukt, weggeveegd en een handvol van zijn kartonnen huisjes, boompjes en autootjes als een grijparm heeft opgepakt, om elders weer neer te smakken.
Verzekeringsagent Jason McCaskell staat zich op de hoek van Wall Avenue en 25th Street te verbazen over een compleet verwoeste auto, die een halve kilometer van zijn oorspronkelijke parkeerplek is terechtgekomen. McCaskell is uit Colorado gekomen om in achttien fulltime, non-stop dagen de schade van alle bij Farmers Insurance Company verzekerde auto’s op te nemen. Als hij het wrak bekeken heeft, spuit hij er met grijze verf de naam van zijn verzekeringsmaatschappij op, als teken dat de wagen bekeken is en weggesleept kan worden. Even later schuurt de rode bumper over de straat.
Auto’s zijn met name een gretige prooi voor de krachtige wervelwinden. Zo stond de auto van Don Greenwood (74) die zondag geparkeerd in de straat. Nu staat de grijze Ford voor de ene helft in zijn voortuin en de andere helft op het erf van de buren. Maar de kleren van hem en zijn vrouw Glenda (75) liggen nog keurig opgevouwen in de kast. De rest is compleet verwoest. Terwijl ze op een afstand lichtflitsen steeds dichterbij zagen komen, veroorzaakt door elektriciteitskabels die door de kracht van de tornado knapten, schuilden Don en Glenda in de betonnen kelder. ,,Ik zou hier niet durven wonen zonder een kelder.”
In met bijbelteksten bedrukte T-shirts zoeken vrijwilligers van een kerk uit het piepkleine Pleasanton, Nebraska – twee staten verderop, negen uur rijden – in het puin naar kostbaarheden en herinneringen. Zo kreeg Don zijn gevlochten veelkleurige armbandjes terug, geschenken van bekeerlingen die hij kreeg toen hij in Brazilië als missionaris werkte. Dochter Becky, die vanuit Idaho naar Joplin is gevlogen om haar ouders bij te staan, komt met nog een verrassing uit de woning: een paar oorbellen, lichtblauwe roosjes. ,,De antieke sieraden van mama”, roept ze opgetogen. Glenda zal er gelukkig mee zijn, weet Don. Hij maakt zich ondertussen zorgen over de buurvrouw die in het huis op de hoek woonde. Zij hoort nog altijd bij de vermisten.
De zoekploegen zijn niet de enige vrijwilligers die Joplin nu op de been houden. Om het kwartier komen mensen vragen of er behoefte is aan water, frisdrank, een maaltijd, een snack. Dan is het een vrouw met een roodverbrand gezicht achterin een pick-up truck, dan een blonde jongen op een scooter. In de bermen staan her en der pakketten met flesjes water voor de dorstigen. Lerares Ashley Bertrand deelt cadeaubonnen van warenhuis Target uit, het resultaat van een inzamelingsactie op de middelbare school waar ze werkt in Blue Springs South. Docenten en leerlingen brachten in een paar dagen 2300 dollar bijeen.
Een vertegenwoordiger van vrijwilligersorganisatie AmeriCorps gaat huis aan huis om namen en telefoonnummers te noteren of een briefje achter te laten bij verwoeste woningen. Als er behoefte aan is, kan de organisatie mensen sturen die helpen met het puinruimen, afgeknapte bomen omzagen en alle andere dingen die bij tornadoschade komen kijken. ,,Onontbeerlijk voor mensen die géén verzekering hebben.” Ze heeft al veel meegemaakt, vertelt ze. In 2005 was ze aan het werk in het overheidsgebouw in Oklahoma City toen dat werd opgeblazen. In diezelfde stad maakte ze een tornado mee. ,,Maar toen ik Joplin binnen kwam rijden, begon ik direct huilen.”
De inwoners van Joplin die de tornado overleefden, maar alles kwijtraakten, wachten moeilijke keuzes. Don Greenwood wilde na een werkzaam leven in het buitenland zijn oude dag slijten in het stadje waar hij is opgegroeid. ,,Ga ik nu herbouwen? Of verhuis ik?” Het zijn vragen waar Don zich ongewild mee bezig moet houden. ,,Nederland kent geen tornado’s hè? Dat klinkt nu wel erg goed. Misschien moet ik daar naartoe verhuizen.”
In wat ooit het witte huis met veranda was van de Youngbloods staat de koelkast open. Uitnodigend toont het zo de nog netjes gerangschikte fessen frisdrank die in de deur staan. Gary hoopt op dezelfde plek snel een nieuw huis te kunnen bouwen. Het liefst wil hij, in de schommelstoel op de veranda aan South Wall Street, van zijn pensioen genieten. In de buurt die hem zo lief is en waar enkel ‘goede mensen’ wonen.
© Hanneke Keultjes, 2011

EEN AKKOORD WAARBIJ IEDEREEN WINT EN VERLIEST

(Van onze correspondent Hanneke Keultjes)
NEW YORK (GPD) – In de politieke arena die Washington heet, rent niemand een ererondje. Maar aan de linkerzijde van het stadion klopt de Democratische president Barack Obama zich stiekempjes op de borst, dat dankzij zijn leiderschap een nieuwe discussie over het schuldenplafond is uitgesteld tot na de presidentsverkiezingen van 2012. Aan de rechterkant geeft de Republikeinse leider John Boehner zichzelf een snel schouderklopje, omdat hij belastingverhoging wist te torpederen.
De Amerikaanse hoofdstad slaakte zondagavond (lokale tijd) een diepe zucht van verlichting, een zucht die gevoeld en overgenomen werd door heel het land en financiële markten wereldwijd. Want na weken steggelen was er dan eindelijk een akkoord over de verhoging van het schuldenplafond.
Toegegeven, de deal moet nog door het Congres worden aangenomen. Linkse Democraten morren over het ontbreken van belastingverhogingen en stellen dat de deal vooral de armste Amerikanen raakt. Rechtse Republikeinen van de Tea Party menen dat er te weinig wordt bezuinigd. Toch is er politieke winst te verdelen. De vaak als ‘te links’ omschreven Obama pakt punten in het o zo belangrijke politieke midden. Tijdens zijn talrijke toespraken over de schuldencrisis haalde hij niet voor niets Republikeinse helden als Ronald Reagan en Dwight Eisenhower aan. Boehner is in zijn eigen partij een man van zijn woord. Dankzij zijn onverzettelijke opstelling wisten de Republikeinen een belastingverhoging te voorkomen.
Bijna iedereen was het erover eens dat het bedrag, dat de VS volgens de grondwet maximaal mag lenen, moest worden verhoogd. Het machtigste land van de wereld mocht niet bankroet gaan. Dan zou de VS in plaats van in ‘slechts’ een recessie wel eens in een economische depressie terecht kunnen komen. En dat terwijl het land juist uit het dal probeert te klimmen.
In mei werd nog gedacht dat de verhoging van het schuldenplafond een hamerstuk zou zijn, zoals dat in het verleden tientallen keren was gebeurd. Maar deze keer vond het schuldenplafond een politiek diep verdeeld Amerika op zijn weg. Zowel de Democraten als de Republikeinen hadden de afgelopen weken hun hakken zo diep in het zand gezet dat een gedroomd gezamenlijk akkoord al snel onhaalbaar bleek. De Republikeinen verklaarden iedere vorm van belastingverhoging onacceptabel, de Democraten bestempelden sociale zekerheid als heilig huisje. Beide partijen zagen hun eigen plannen stranden in het Congres.
Zoals dat altijd gaat met compromissen, moest er water bij de wijn worden gedaan. Nog dit jaar wordt 1,2 miljard dollar (830 miljoen euro) bezuinigd, de komende tien jaar moet nog eens voor 900 miljard dollar (624 miljard euro) worden gesneden. De belastingen worden niet verhoogd. Maar dit pijnpunt voor de Democraten wordt draaglijker, omdat de sociale zekerheid grotendeels buiten schot blijft. En er is nog een slimmigheidje ingebouwd door de Democraten. Als een commissie van beide partijen het in november niet eens wordt over hoe de 900 miljard dollar moet worden ingevuld, dan komt de helft van de bezuiniging uit de begroting van het Pentagon, het miljardenverslindende ministerie van Defensie. Dat zullen de Republikeinen koste wat kost willen voorkomen, zo redeneren de Democraten.
De stemming over het akkoord, naar verwachting maandagavond lokale tijd, zal met name in het Huis van Afgevaardigden niet gemakkelijk worden. Maar er is vast geen Amerikaanse afgevaardigde of senator die aansprakelijk gehouden wil worden voor het eerste faillissement van de VS ooit. Want met iedere dag dat een deal op zich liet wachten, nam de onrust in de financiële wereld toe. Bij de kredietbeoordelaars als Standard and Poor’s en Moody’s, maar ook bij beleggers. Het is te hopen dat de reputatieschade, die de VS daarbij opliep, geen weerslag heeft op de Amerikaanse economie.